Doven van de straler
Sluit de gaskraan of de centrale gastoevoer. De brander gaat nu uit. De veiligheidsklep van het thermokoppel
sluit na 60 seconden (afb. 5b, 5c).
Elektrisch bediende stralers
(Alle modellen met ...Ei... or ...SEi...)
Ontsteking van de straler
1) Open alle gaskranen en draai de gasdrukregelaar (indien gemonteerd) op nominale druk, open de
magneetklep (S) (indien gemonteerd) door middel van elektriciteit. (Afb. 2a, 2b). Als uw straler een hoog/laag
regeling heeft, ontsteek dan altijd in hoogstand.
2) Bedien de schakelaar om de ontstekingsunit in te schakelen. De straler start het ontstekingsprogramma.
(Afb. 3b).
3) Na een wachttijd van 7 seconden vonkt de ontsteker gedurende 30 seconden en ontsteekt de straler.
4) Na 30 seconden neemt de thermokoppelbeveiliging de veiligheidsfunctie over en houdt toezicht op de vlam.
De brander blijft branden zolang er 230 V voeding is op de elektrische ontstekingsunit (Ei).
5) Als de ontsteking mislukt, schakelt dan de spanning minstens 1 seconde uit om het systeem te resetten.
Doven van de straler
Schakel de stroomtoevoer naar de elektronische ontstekingsunit (Ei) uit. Hierdoor wordt de gastoevoer
onmiddellijk afgesloten door de gasbeveiliging (afb. 5a). Sluit de gaskraan of de centrale gastoevoer (afb. 5b,
5c).
Warmteregeling van de straler
Alle modellen, behalve modellen met... S...
De warmteafgifte van deze stralers kan alleen worden aangepast door de druk van de gastoevoer te
veranderen. In de gasleiding moet een instelbare drukregelaar worden gemonteerd of er moet een speciaal
apparaat worden geïnstalleerd om de gasdruk te regelen. Controleer de informatie over de gastoevoerdruk op
het typeplaatje van de straler voor de minimum- en maximumwaarden. Als op het typeplaatje slechts één druk
wordt vermeld, is afstelling niet mogelijk en is alleen continu bedrijf of aan-uit bedrijf mogelijk.
Alle modellen met... S...
Zorg ervoor dat de gastoevoerdruk constant blijft op de waarde die wordt aangegeven op het typeplaatje. Pas
de warmteafgifte aan tussen hoog en laag door de magneetklep (S) te openen of te sluiten.
Controle op de correcte werking van de straler
Direct na het ontsteken zijn de vlammen op de brander blauw (moeilijk te zien bij daglicht). Na 15 seconden
beginnen de keramische branderstenen te gloeien en wordt rood/oranje. Na 2 minuten bereikt de straler het
maximale warmtevermogen. Tijdens normaal functioneren gloeit het keramiek rood/oranje. Het brandergaas
(22, 23, 28, 29 of 36) voor de stenen zal wat rood zijn, maar vlammen (blauw of geel) mogen niet buiten het
gaas komen. De brander mag alleen een zacht zoemgeluid maken. Andere geluiden of een brommend geluid
geven aan dat reiniging of onderhoud nodig is.
Let op: tijdens het voorverwarmen (of afkoelen) kan de straler een tikkend geluid maken. Dit wordt veroorzaakt
door de uitzetting van het materiaal tijdens de temperatuurverandering en is niet schadelijk voor de straler.
Wat te doen als de straler een tijdje niet wordt gebruikt
De straler kan op zijn plaats blijven als hij een tijdje niet wordt gebruikt. Sluit wel de gaskraan. Als de straler is
gemonteerd op een plaats die is beschermd tegen wind en regen, dan is er geen andere bescherming nodig.
Mocht de straler nat worden door regen of sneeuw (gecombineerd met wind) dan is het beter om de straler
buiten het seizoen te beschermen met een plastic zak of anderszins. Dit beschermt ook tegen vuil.
Houd rekening met de lokale regels voor langdurige opslag van de gasflessen buiten het seizoen. Op de meeste
plaatsen is dit alleen buiten toegestaan op een afgeschermde locatie of in een goed geventileerde ruimte. Uw
lokale brandweer, milieudienst van de gemeente of gasleverancier kan informatiegeven over de voorschriften.
Let op: een natte kachel kan door vorst worden beschadigd
Let op: vergeet niet het beschermingsmateriaal weer te verwijderen alvorens de kachel te gebruiken
7.
Reiniging, onderhoud en service
Algemeen
Sluit altijd de gaskraan en koppel de elektriciteit los voordat onderhoud of service aan de straler wordt
uitgevoerd. Algemeen onderhoud en service moeten ten minste eenmaal per jaar worden uitgevoerd voordat
het verwarmingsseizoen begint of na een lange periode dat de verwarming niet is gebruikt. Onderdelen die
kapot zijn of niet goed werken, moeten direct worden vervangen door identieke onderdelen van hetzelfde merk
en type. Raadpleeg bij twijfel de dealer of fabrikant.
Versie 2: Maart 2020
10
manual: 0009 0231NL