9.4
Zelftrekkende functie
Het zelftrekken wordt geactiveerd door de remhendel tegen de handgreep te trekken en
de hendel voor het rijden naar voor te duwen tot hij een klik geeft.
Het voorwaarts rijden zal stoppen wanneer de hendel voor het rijden wordt losgelaten. Om
het rijden te stoppen zonder de motor uit te schakelen, laat u gewoon de hendel voor het
rijden lichtjes los zodat de koppeling opent. Hou de remhendel tegen de handgreep
gedrukt om verder te maaien zonder dat de machine zelf rijdt.
WAARSCHUWING: de grasmaaier begint onmiddellijk te rijden. Om het
rijden te stoppen, laat u de hendel (1) van de zelftractie los. De grasmaaier
stopt dan onmiddellijk.
9.5
Instructies voor het instellen van de hoogte
Opgelet: Zet de grasmaaier uit en maak de bougiekabel los vóór u de
hoogte-instelling verandert.
Uw grasmaaier is uitgerust met een centrale hendel voor de hoogte-instelling. Deze kan in 6
standen gezet worden.
Schakel de grasmaaier uit en maak de bougiekabel los vóór u de hoogte-instelling
verandert.
Om de maaihoogte te veranderen trekt u deze hendel naar het wiel toe en beweegt u hem
op of neer naar de gewenste hoogtestand.
Alle wielen zullen op dezelfde maaihoogte ingesteld worden.
De middelste stand is voor de meeste grasvelden het best geschikt.
9.6
Positie van het achterste deksel / grasuitworp
Het achterste deksel kan in 2 posities gebruikt worden:
Afmaaien en het gras opvangen in de zak.
Afmaaien en het gras langs achter uitwerpen.
9.7
Waarschuwingssysteem van de grasopvangbak (Fig. 6)
Er bevindt zich een waarschuwingssysteem in de grasopvang die het grasvolume aangeeft.
Wanneer de flap open staat, dan betekent dit dat er nog plaats is voor het opvangen van
gras (Fig. 6A).
Wanneer de flap gesloten is, dan betekent dit dat er geen plaats meer is voor grasopvang
(Fig. 6B).
9.8
Maaitips
Onder bepaalde omstandigheden, zoals bij zeer lang gras, kan het mogelijk zijn dat u de
maaihoogte moet vergroten om de weerstand te verminderen (om overbelasting van de
motor te voorkomen) en hoopjes grassnippers te vermijden. Het kan ook nodig zijn om
trager te gaan rijden en/of met de maaier een tweede keer over het werkoppervlak te
gaan.
Voor zeer zwaar maaiwerk verkleint u best de maaibreedte door voor een deel over een
reeds afgemaaid stuk te rijden en traag te bewegen.
De openingen in de grasopvangzak kunnen door vuil en stof verstopt raken, waardoor er
minder gras wordt opgevangen. Om dit te voorkomen kunt u de grasopvangzak regelmatig
schoon spuiten en laten drogen vóór u hem opnieuw gebruikt.
Hou de bovenkant van de motor (rond de starter) proper en vrij van grassnippers en afval.
Dit verbetert de luchtstroom van de motor en verlengt zijn levensduur.
Copyright © 2015 VARO
POWXG60215
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com