Het aangesloten USB-opslagapparaat moet een opslagruimte hebben van meer dan 20GB. De
werkelijke grootte kan verschillen afhankelijk van uw pc-model.
4.
Selecteer het gewenste USB-opslagapparaat als er meer dan één USB-opslagapparaat is
aangesloten op uw All-in-one en klik op Next (Volgende).
Als het geselecteerde USB-opslagapparaat al een partitie heeft met een geschikte grootte
(bijvoorbeeld een partitie die werd gebruikt als de back-uppartitie), toont het systeem
automatisch deze partitie en wordt deze opnieuw gebruikt voor de back-up.
5.
Op basis van de verschillende situaties in de vorige stap, worden de gegevens op het
geselecteerde USB-opslagapparaat of op de geselecteerde partitie gewist. Klik op Backup
om de back-up te starten.
Alle gegevens op het geselecteerde USB-opslagapparaat of op de geselecteerde partitie zullen
verloren gaan. Zorg dat u vooraf een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Klik op Reboot (Opnieuw opstarten) nadat de back-up van de standaard
6.
fabrieksomgeving is voltooid om het systeem opnieuw op te starten.
Het USB-opslagapparaat gebruiken (USB-herstel)
Wanneer de herstelpartitie in uw systeem is gecrasht, kunt u het USB-opslagapparaat
gebruiken om het systeem naar de standaard fabriekspartitie of de gegevens van de
fabrieksomgeving naar de volledige harde schijf terug te zetten.
1.
Sluit het USB-opslagapparaat aan waarop u de back-up van de fabrieksomgevingsgegeve
ns hebt gemaakt.
2.
Druk op <ESC> bij het opstarten. Het scherm Please select boot device (Selecteer
opslagapparaat) wordt weergegeven. Selecteer USB:XXXXXX om op te starten vanaf het
aangesloten USB-opslagapparaat.
3.
Selecteer de taal en klik op Next (Volgende).
Selecteer Restore (Herstel) en klik op Next (Volgende).
4.
Selecteer een taak en klik op Next (Volgende). Taakopties:
5.
All-in-one PC ET2411/ ET2210-serie
37