2.
3.
4.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld
als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer
inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
Gebruikershandleiding
Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Doet u dat
wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Klik op Starten ->
Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Klik op Starten ->
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram (
(Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
) in de rechterbenedenhoek
2-9