Garantiebepalingen
1. Principieel gelden de wettelijke garantiebepalingen. De garantieperiode begint bij
ontvangst van het apparaat. In geval van garantie dient het apparaat geretourneerd te
worden inclusief het aankoopbewijs (kassabon, rekening of derg.), de correct ingevulde
apparaat-/ garantiekaart en een nauwkeurige omschrijving van het probleem. Zonder
deze bewijsstukken vervalt het recht op garantie.
2. Gedurende de garantieperiode worden door de fabrikant alle mankementen kosteloos
gerepareerd indien deze terug te voeren zijn op materiaal- of fabricagefouten. De
fabrikant behoudt zich het recht voor defecte onderdelen / apparaten te repareren of door
andere te vervangen. Andere aanspraken, ongeacht welk soort, zijn uitgesloten. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor volgschade.
3. Bij ingrepen aan het apparaat, door bedrijven / personen die niet door de fabrikant
aangewezen zijn, vervalt het recht op garantie.
4. Buiten garantie vallen alle beschadigingen die ontstaan zijn door verkeerd gebruik, niet
inachtneming van de gebruiksaanwijzing, uitgelopen accu's / batterijen en normale
slijtage.
5. Door reparatie of vervanging van onderdelen wordt de oorspronkelijke garantieperiode
niet verlengd.
6. Deze garantiebepalingen zijn van toepassing in de Bondsrepubliek Duitsland.
12