ALARM
Een alarm kan niet ingesteld
worden bij waarden kleiner dan
1% van het totale bereik.
ALARM submenu 1
(INSTELLING SELECTEREN)
ALARM submenu 2
(ALARM LIMIETEN INSTELLEN)
Opmerking: a) Men gaat er vanuit dat wanneer een
test gestart wordt met de UP toets van het statief er een
trekkracht zal optreden. Evenzo een drukkracht wanneer de
DOWN toets gebruikt wordt. b) De combinatie krachtmeter
en statief zal trachten het ingestelde aantal cycli te bereiken.
Ook wanneer een proefstuk bijvoorbeeld breekt zal de
combinatie proberen cycli te maken tussen de ingestelde
krachten. c) Wanneer de laatste cyclus is verricht kan het zo
zijn dat het proefstuk onder spanning blijft staan.
De AFG heeft een akoestisch en visueel alarm dat werkt bij
criteria voor goedkeur, afkeur of breuk.
Maximaal 5 sets van alarminstellingen kunnen opgeslagen
worden maar er kan maar 1 set tegelijk gebruikt worden.
Voor het instellen van het alarm drukt u gedurende 2
seconden op de MENU toets totdat het menu in de display
verschijnt. De pijl wijst nu naar ALARM en u kunt dus
meteen de ENTER toets indrukken.
De display geeft weer ALARM OFF en 5 aparte alarmsets,
die allemaal onafhankelijk van elkaar ingesteld en
opgeslagen kunnen worden. De cursor is gepositioneerd bij
de alarmset die op dat moment gebruikt wordt. Is ALARM
OFF geselecteerd, dan staat de cursor daarachter. Voor het
activeren van het alarm positioneert u de cursor naar het
gewenste ingestelde alarm en sluit af met ENTER.
Hiermee krijgt u toegang tot ALARM submenu 2. Om terug
te keren naar het hoofdscherm drukt u tweemaal op ESC.
In het hoofdscherm is nu een 'alarmbel' symbool te zien
samen met het nummer van de alarmset die is ingesteld. Dit
betekent dat het alarm is geactiveerd (zie figuur 7).
De instellingen van de geselecteerde alarmset kunnen
gewijzigd worden door de cursor achter SET te plaatsen en
de ENTER toets in te drukken in ALARM submenu 2.
Fig. 7
Alarm symbool met
het nummer van
de ingeschakelde
alarmset.
Pagina 14