Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen
6.3
Instelling van de
CO
voor het normale
bereik
Afb. 9: Instelling van de CO
voor het normale bereik
6.4
Instelling van de
alarmdrempel
voor de CO
alarmtoon
Afb. 10: Instelling van de alarmdrempel
WENK!
Geef bij de instellingen van de grenswaarden voor de kamerluchtkwaliteit en voor de
alarmtoon alleen waarden in, die binnen het gespecificeerde bereik liggen, om tot
betrouwbare resultaten te komen. Als er grenswaarden buiten dit bereik worden
aangegeven, kunnen de resultaten alleen globaal als richtlijn worden beoordeeld.
46
-bovenwaarde
2
-bovengrens
2
-
2
•
Druk op de LOG/▲ toets, om de waarde te
verhogen en de MIN/MAX▼-toets, om de
waarde te verkleinen.
Iedere toetsdruk verandert de waarde met 100
ppm.
WENK!
Het alarmbereik ligt tussen de 700 ppm en 1000
ppm.
•
Druk nogmaals op de SET-toets, om de P1.2
instelling te bevestigen en in de P1.3 modus
bij de alarmdrempel-instelling te komen.
•
Door te drukken op de ESC-toets (zonder
tevoren op de SET-toets te drukken) verlaat u
de P1.2-modus, zonder uw instelling op te
slaan. U keert zo in de P1.0-modus terug.
In de P1.3 modus voor instelling van de
alarmdrempel verschijnt in het display het
ventilatorsymbool en de actueel ingestelde
waarde knippert (zie Imm. ).
•
Drukt u op de LOG/▲ toets, om de waarde te
verhogen en de MIN/MAX▼-toets, om de
waarde te verkleinen.
Iedere toetsdruk verandert de waarde met 100
ppm.
WENK!
Het alarmbereik ligt tussen de 1000 ppm en de
5000 ppm.
Sla op door te drukken op de SET-toets
Advertenties
Inhoudsopgave
