Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functionele Specificaties; Installatie; Instellingen; Werking - VDH LMS RS485 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
LMS RS485 Modbus Interface

2. Functionele specificaties.

2.1

Installatie

Op het front van de LMS RS485 Modbus Interface Module en bij de aansluitgegevens staat
vermeld hoe de voedingsspanning, en RS485-netwerkverbindingen dienen te worden
aangesloten.
Nadat de Interface onder spanning is gezet wordt een zelftest functie doorlopen.
2.2

Instellingen

De instellingen van de Interface Module zijn te wijzigen middels 3 jumpers J5.1, J5.2 en
J5.3. Hiermee is het gedrag van de communicatie te beïnvloeden.
De volgende tabel geeft een overzicht van de instel mogelijkheden.
Jumper
Niet geplaatst
J5.1
De Modbus Master bevindt zich aan
de kant van "Network-2 Modbus
ALFANET".
J5.2
De baudrate van "Network-1 Modbus
RTU (Isolated)" is 9600 baud.
J5.3
De Modbus Interface communiceert
aan de kant van "Network-2 Modbus
ALFANET" middels de standaard
"Alfanet encapsulated Modbus"
berichten.
Vaste instellingen Network-1 Modbus RTU:
Typenummer 904.000965: 8 databits, even paritybit, 1 stopbit
Typenummer 904.000947: 8 databits, geen paritybit, 1 stopbit
Typenummer 901.000466: 8 databits, geen paritybit, 2 stopbit
De Modbus functiecodes en registers die worden ondersteund zijn afhankelijk van de
regelaars op het Alfanet, zie hiervoor de modbus register specificatie van de betreffende
regelaar(s).
Er kunnen maximaal 10 registers met één modbus request opgevraagd worden. Dit
geldt zowel voor input registers (functiecode 0x04) als voor holding registers (functiecode
0x03).
2.3

Werking

De RS485 Modbus Interface heeft als doel het mogelijk maken van communicatie tussen
apparaten die communiceren middels Modbus RTU en Alfanet gebaseerde regelaars.
Middels jumper instellingen is te bepalen aan welke kant de Modbus Master zich bevindt,
welke baudrate wordt gebruikt aan de Modbus RTU kant en hoe de Modbus berichten aan de
kant van het Alfanet worden verstuurd.
Na het opstarten van de Modbus Interface zal de groene led gaan knipperen om aan te
geven dat de Modbus Interface operatief is.
De gele led geeft aan wanneer de Modbus Interface een bericht ontvangt aan de kant van
"Network-1 Modbus RTU".
De rode led geeft aan wanneer de Modbus Interface een bericht ontvangt aan de kant van
"Network-2 Modbus ALFANET".
Document nr. : 130150
Klant : Algemeen
Geplaatst
De Modbus Master bevindt zich aan
de kant van "Network-1 Modbus RTU
(Isolated)".
De baudrate van "Network-1 Modbus
RTU (Isolated)" is 19200 baud.
De Modbus Interface communiceert
aan de kant van "Network-2 Modbus
ALFANET" middels de extended
"Alfanet encapsulated Modbus"
berichten.
Versie :
V1.2
Pagina :
4 van 6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave