Bediening
Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die zijn
geïnstrueerd voor het bedienen van het apparaat.
Bedieningselementen
IDE 20 D / IDE 30 D
12
13
IDE 50 D / IDE 60 D
12
IDE 100 D
15
16
12
Nr.
Aanduiding
12
Draaischakelaar thermostaat
13
Aan-/uit-schakelaar
14
Bedrijfs-LED
15
Weergave instelwaarde
16
Weergave van de actuele ruimtetemperatuur
10
14
14
13
13
olieverwarmingsapparaat IDE 20 D / IDE 30 D / IDE 50 D / IDE 60 D / IDE 100 D
Apparaat inschakelen
Draag gehoorbescherming.
Het inwerken van geluid kan zorgen voor gehoorverlies.
Het apparaat werkt tot het bereiken van de gewenste
ruimtetemperatuur.
1. De aan-/uit-schakelaar (13) naar de stand I schakelen.
ð De aan-/uit-schakelaar (13) brandt.
2. De draaischakelaar (12) instellen op de gewenste
ruimtetemperatuur. Deze moet hoger zijn dan de actuele
ruimtetemperatuur.
3. Controleer of inderdaad een ontsteking heeft
plaatsgevonden.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
Let op
Beschadiging van het apparaat door oververhitting!
Schakel het apparaat nooit uit door het uit het
netstopcontact trekken van de netstekker. Hierdoor
kan het apparaat oververhit raken.
Het apparaat volgens de voorschriften uitschakelen. De
netstekker pas uit het netstopcontact trekken, nadat de
ventilatormotor volledig stilstaat.
1. Schakel het apparaat uit, door de aan-/uit-schakelaar (13)
in de stand 0 te zetten.
ð De aan-/uit-schakelaar (13) brandt niet meer.
2. Wacht tot de ventilatormotor volledig stilstaat.
3. Beveilig het apparaat tegen herinschakelen, door het uit
het stopcontact trekken van de netstekker.
4. Laat het apparaat volledig afkoelen.
Bedrijf hervatten na een storing
Bij de eerste keer in gebruik nemen, resp. na het volledig
leegmaken van het stookoliecircuit, kan de toevoer van
stookolie naar de verstuiver onvoldoende zijn. Dan reageert de
vlambewakingsinrichting en blokkeert het apparaat. Ga als volgt
te werk:
1. Wacht ca. 1 minuut.
2. Het apparaat inschakelen.
Mocht het apparaat nog steeds niet opstarten, ga dan als volgt
verder:
1. Controleer of nog brandstof aanwezig is in de tank.
2. Raadpleeg het hoofdstuk algemene veiligheidsinstructies
en fouten en storingen.
NL