Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brother HL-L5000D Gebruikershandleiding pagina 225

Verberg thumbnails Zie ook voor HL-L5000D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken
Selecteer Aangepast.
Internet Key Exchange (IKE)
IKE is een communicatieprotocol dat wordt gebruikt voor het uitwisselen van versleutelingscodes voor het
voeren van versleutelde communicatie via IPsec. Om alleen voor dat ogenblik versleutelde communicatie te
voeren, wordt het versleutelingsalgoritme dat vereist is voor IPsec bepaald en worden de versleutelingscodes
gedeeld. Voor IKE worden de versleutelingscodes uitgewisseld met behulp van de Diffie-Hellman-methode
voor code-uitwisseling, en wordt een versleutelde communicatie die beperkt is tot IKE gevoerd.
Selecteer Handmatig.
Verificatiesleutel (ESP, AH)
Specificeer de code die moet worden gebruikt voor de verificatie. Voer de In/Uit-waarden in.
Deze instellingen zijn noodzakelijk wanneer Aangepast is geselecteerd voor Voorgeconfigureerde sjabloon
gebruiken, Handmatig is geselecteerd voor Internet Key Exchange (IKE) en een andere instelling dan
Geen is geselecteerd voor Hekje voor hoofdstuk Encapsulation-beveiliging.
Het aantal tekens dat u kunt instellen, verschilt afhankelijk van de instelling die u hebt gekozen voor Hekje
in het hoofdstuk Encapsulation-beveiliging.
Als de lengte van de opgegeven verificatiecode verschilt van het geselecteerde hash-algoritme, treedt er
een fout op.
MD5: 128 bit (16 byte)
SHA1: 160 bit (20 byte)
SHA256: 256 bit (32 byte)
SHA384: 384 bit (48 byte)
SHA512: 512 bit (64 bytes)
Wanneer u de code opgeeft in ASCII, moet u de tekens tussen dubbele aanhalingstekens plaatsen (").
Codesleutel (ESP)
Specificeer de code die moet worden gebruikt voor de versleuteling. Voer de In/Uit-waarden in.
Deze instellingen zijn vereist wanneer Aangepast geselecteerd is bij Voorgeconfigureerde sjabloon
gebruiken, Handmatig geselecteerd is bij Internet Key Exchange (IKE) en ESP geselecteerd is bij Protocol
onder Encapsulation-beveiliging.
Het aantal tekens dat u kunt instellen, verschilt afhankelijk van de instelling die u hebt gekozen voor
Versleuteling in het hoofdstuk Encapsulation-beveiliging.
Als de lengte van de opgegeven code verschilt van het geselecteerde versleutelingsalgoritme, treedt er een
fout op.
DES: 64 bit (8 byte)
3DES: 192 bit (24 byte)
AES-CBC 128: 128 bit (16 byte)
AES-CBC 256: 256 bit (32 byte)
Wanneer u de code opgeeft in ASCII, moet u de tekens tussen dubbele aanhalingstekens plaatsen (").
SPI
Deze parameters worden gebruikt om beveiligingsinformatie te identificeren. Over het algemeen heeft een
host meerdere Security Associations (SA's) voor verschillende types IPsec-communicatie. Daarom is het
nodig de toepasselijke SA te identificeren wanneer er een IPsec-pakket ontvangen wordt. De SPI-parameter,
die de SA identificeert, is inbegrepen in de Authentication Header (AH) en in de Encapsulating Security
Payload (ESP)-header.
Deze instellingen zijn noodzakelijk wanneer Aangepast is geselecteerd voor Voorgeconfigureerde sjabloon
gebruiken en Handmatig is geselecteerd voor Internet Key Exchange (IKE).
Geef waarden op voor In/Uit. (3-10 tekens)
220

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave