3.
Bevestig de onderste rolbeugelconstructies
aan de bovenste rolbeugelconstructie met de 2
borstbouten, 2 golfringen, 2 borgmoeren (½") en
vouwpenconstructie
Figuur 3
1. Bovenste
rolbeugelconstructie
2. Vouwpenconstructie
(vouwpen, koordring en
borgpen)
3. Borgmoer (½")
4.
Draai de 2 borstbouten en 4 flenskopbouten
(⅝" x 3½") op de onderste rolbeugelconstructies
vast met een torsie van 122 tot 136 N·m.
5.
Monteer de eerder verwijderde spatborden en
bevestigingen.
6.
Monteer de eerder verwijderde achterste
voorgevormde zijbeugels (indien verwijderd).
7.
Maak de minkabel van de accu vast.
(Figuur
3).
4. Golfring
5. Borstbout
6. Onderste
rolbeugelconstructie
g331075
5