Type 1290
flenzen: gebruik geschikte pakkingen voor de lijnen en zet
pijpen en bouten vast volgens de geldende richtlijnen. U
kunt de ontlastklep en/of tegendrukregelaar in elke
gewenste positieinstalleren (tenzij anders aangegeven),
maar zorg dat de pijl op het kleplichaam overeenstemt
met de stroming van de stoffen.
Opmerking
Het is belangrijk dat de ontlastklep en/of
tegendrukregelaar zo geïnstalleerd zijn dat het
ontluchtingsgat in de veerkast nooit wordt
belemmerd. Bij buiteninstallatie mag de regelaar
niet te dicht bij het verkeer geplaatst worden.
Zorgdat er geen water, ijs en andere vreemde
materialen via de ontluchting in de veerkast
terechtkomen.. Plaats de ontlastklep en/of
tegendrukregelaar niet een dakrand of regenpijp
en zorg dat de regelaar boven een eventuele laag
sneeuw uitkomt.
Overdruk
De maximale inlaatdruk hangt af van de materialen van
de hoofddelen en de temperatuur. Op de naamplaat kunt
u de maximale inlaatdruk van de klep zien. De klep moet
op schade gecontroleerd worden na elke overdruksituatie.
Ontlastkleppen en/of tegendrukregelaars van Fisher zijn
GEEN veiligheidsontlastkleppen die conform zijn aan
ASME.
Opstarten
De ontlastklep en/of tegendrukregelaar wordt in de fabriek
afgesteld op een punt ongeveer midden in het bereik van
de veer of de gewenste druk, dus wellicht moet u de
regelaar de eerste keer zelf bijstellen om de gewenste
resultaten te bereiken. Na voltooiing van de installatie en
nadat de ontlastkleppen correct afgesteld zijn , opent u
langzaam de afsluiters opwaarts en afwaarts (indien van
toepassing).
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door de afsuitkap te
verwijderen of de borgmoer los te maken en draai de
stelschroef rechtsom om de uitlaatdruk te verhogen, of
linksom om de druk te verlagen. Controleer tijdens het
afstellen de uitlaatdruk met een manometer. Breng de
afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om de
gewenste afstelling te handhaven.
Buiten gebruik stellen (stopzetten)
Om lichamelijk letsel als gevolg van het plotseling
vrijkomen van druk te voorkomen, moet de
ontlastklep/tegendrukregelaar van alle druk
geïsoleerd worden voordat hij gedemonteerd
wordt.
2
Onderdelenlijst
Ontwerp hoofdregelaar
type EGR
Stuklijstno Beschrijving
1
Klephuis
2
Klephuisdeksel
3
Tapbout
4
Pakking
5
Indicatorfitting
6
Bus
7
O-ring van steel
8
Zeskantmoer
9
Veer
10 Indicatorsteel
11 Kooi
12 Doorlaat
13 Zittingring
15 Afdichting boven
16 Klep
17 O-ring kooi
18 Indicatorschaal
19 Indicatorbescherming
21 Indicatorfitting
22 Flensmoer
23 E-ring
24 Slagschroef
25 Flowpijl
27 Stop
28 Veerzitting
29 Zeskantmoer
31 Pijpplug
32 Klepbegrenzer
Regelaar type 95H
Stuklijstno Beschrijving
1
Hoofdgedeelte regelaar
2
Veerkast
3
Opening
4
Klepstop
5
Klepstopgeleider
6
Steeleenheid
7
Leibus voor steel
8
Veerzitting onder
9
Veerzitting boven
10 Klepstopveer
11 Regelveer
12 Diafragma
13 Naamplaat
15 Stelschroef
16 Borgschroef
17 Tegenmoer
18 Slagschroef
Actuator type 1098, maat 40
Stuklijstno Beschrijving
1
Membraanbehuizing onder
2
Membraanbehuizing
boven
3
Kap
4
Tapbout
5
O-ring Membraanhuis
6
O-ring van klepsteel
7
Membraan
8
Membraanplaat
9
Borgschroef
10 Borgschroef
11 Zeskantmoer
12 Klepsteel
13 Naamplaat
27 Ontluchtingseenheid
Y602-12
28 Smeernippel
56 Lager
57 Schraapring
Type Y291A en Y291AL
Stuklijstno Beschrijving
1
Klephuis
2
Borgschroef
3
Veerhuiseenheid
4
Membraanbehuizing
5
Doorlaat
6
Veer
7
Membraanplaat
8
Duwstang
10 Membraan
11 Afdichting hmembraan
12 Inzetstukafdichting
13 Schijfeenheid
14 Steel
16 Hefboom
17 Machineschroef
18 Inzetstukgeleider
19 Veerzitting boven
20 Afstelmoer
21 Zeskantmoer
22 Afsluitkap
23 Zeskantmoer
24 Tapbout
25 Afsluitkappakking
26 Ontlasteenheid
31 Keelafdichting
33 Machineschroef
35 Stelschroef
36 Sluitring
38 Borgschroef
41 Veer van achterste klepschijf
42 Afdichting klephuis achter
43 Kap klephuis achter
44 Afstandbus klepschijf
45 Pakking Membraanplaat
onder
48 Sluitring
49 Backup-ring
50 Zware
Membraanplaat