Manual_DB1_ KPB.qxd
19/11/2004
Bijgeleverde Stukken
1
Reductie Ø150/ 120 mm.
1
Anti-terugkeerklep.
1
Houder voor buisomhulsel.
4
Muurpluggen (Ø8 x 40).
4
Lange bouten (Ø5 x 45).
2
Muurpluggen (Ø6 x 30).
2
Lange bouten (Ø4 x 30).
2
Schroeven (Ø6.4 x Ø18).
2
Bouten (Ø3.9 x 13).
2
Krammen.
Installatie
Fig. 1 (Pag. 49)
Gelieve er u bij de installatie van te
verzekeren dat de Veiligheidsvoorschriften
van pagina 44 gerespecteerd worden.
Ten einde een optimaal rendement te
bekomen, mag de afvoerbuis naar buiten niet
langer zijn dan VIER METER, niet meer dan
twee hoeken van 90° hebben, en de diameter
ervan moet ten minste Ø 120 zijn.
1) Gebruik de bijvoegde tekeningen (Fig. 1) en
duidt de punten aan waar de pluggen (A1) (Ø8
x 40) moeten worden vastgezet en boor de
gaten.
2) Zet de pluggen vast (A1) (Ø8 x 40) en
schroef de lange bouten ((A2) (Ø5 x 45) vast.
Laat ze 5 mm uit de muur steken.
3) Hang de afzuigkap aan de bouten (A2) (Ø5
x 45). Zet het apparaat waterpas en draai de
bouten aan.
4) Duid de plaats van de pluggen (R) (Ø8 x 40)
aan langs de binnenkant van de afzuigkap.
5) Draai de lange bouten wat losser (A2) (Ø5 x
45) en neem de afzuigkap af.
6) Boor de gaten en plaats de pluggen (R) (Ø8
x 40).
7) Hang de afzuigkap op, zet de bouten (A2)
(Ø5 x 45) en (S) (Ø5 x 45) vast met de
schroeven (T) (Ø6.4 x Ø18).
48
11:13
Page 48
8) Monteer de buisomhulsels. Til het bovenste
buisomhulsel op tot de gewenste plaats en
markeer de omtrek op de muur. Haal het
buisomhulsel weg.
9) Plaats de krammen (F) in de houder (C).
10)
Centreer
gemarkeerde omtrek; teken en boor de gaten
voor de pluggen (E) (Ø6 x 30). Zet de houder
(C) vast met de lange bouten (D) (Ø4 x 30).
11) Plaats het stuk (A) als de binnenste buis
(niet bijgeleverd) Ø150 is of (A) + (B) = Ø120.
12) Zet de binnenste buis vast met een klem
(niet bijgeleverd) aan (A) of (B) naargelang
van.
13) Als de binnenste buis is vastgezet, het
onderste buisomhulsel op de afzuigkap
plaatsen en het bovenste vastzetten met de
schroeven (G) (Ø3.9 x 13).
Actieve Koolfilters (Optioneel)
Wanneer het niet mogelijk is de gassen naar
buiten af te voeren, kan de afzuigkap zo
worden gemonteerd dat de lucht gezuiverd en
gerecycleerd wordt door middel van actieve
koolfilters.
De levensduur van deze actieve koolfilters is
drie tot zes maand, afhankelijk van de gebruik-
somstandigheden. Deze filters kunnen niet
worden gereinigd noch geregenereerd. Als hun
levensduur is beëindigd moeten ze worden
vervangen.
Fig. 2 (Pag. 49)
1) Plaats de filters op het laterale deel van de
afzuigsectie van de motor en zorg ervoor dat
de gaten van de filters (A) samenvallen met de
spillen (B) van het motorkarkas. Draai in de
richting zoals aangegeven op de figuur.
2) Haal de buisomhulsels weg. Gebruik de
pluggen en lange bouten van de houder van
het
eerder
buisomhulsel om de diffuusfilter (C) vast te
zetten in de muur.
3) Sluit de basis van de diffuusfilter (C) aan op
de uitgang van de motor door middel van de
binnenste buis (niet bijgeleverd). Gebruik
klemmen
(niet
buisomhulsels terug op hun plaats.
de
houder
(C)
op
de
geïnstalleerde
bovenste
bijgeleverd).
Zet
de