6 Afspeelopties
Bediening
In de CD-modus kunt u het afspelen op de
volgende manieren bedienen.
/
Houd ingedrukt om de track vooruit
of terug te spoelen tijdens het
afspelen en laat los om het afspelen
te hervatten.
Hiermee start of onderbreekt u het
afspelen.
Hiermee stopt u het afspelen.
MODE
[REP]: hiermee wordt de huidige
track herhaald.
[REP ALL]: hiermee worden alle
tracks herhaald.
[SHUF]: hiermee worden tracks in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Om weer normaal af te spelen,
drukt u herhaaldelijk op tot de
pictogrammen voor herhalen
verdwijnen.
Tip
•
U kunt alleen [REP] en [REP ALL] selecteren wanneer
u de geprogrammeerde tracks afspeelt.
NL
10
Tracks programmeren
U kunt maximaal 20 tracks programmeren.
1
Druk op
om het afspelen te stoppen.
2
Druk op PROG om de
programmeermodus te activeren.
» [P01] wordt weergegeven.
3
Druk op
/
selecteren en druk vervolgens op PROG
om uw keuze te bevestigen.
4
Herhaal stap 3 en 4 om meer tracks te
programmeren.
5
Druk op
om de geprogrammeerde
tracks af te spelen.
•
Druk op
wissen wanneer het afspelen is gestopt.
om een track te
om het programma te