5.2 Taal
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en veranderen Taal
wijzigen van GER naar ENG, NLD, FRA, ITA of PL
5.3 Fabrieksinstelling
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en veranderen. Alle
wijzigingen worden ongedaan gemaakt.
5.4 Memory (geheugen)
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en veranderen. De
geheugenfunctie zorgt ervoor dat in geval van stroomuitval alle ingestelde waarden blijven opgeslagen.
(Fabrieksinstelling: memory aan)
5.5 Naloop
De multifunctionele draaiknop indrukken en vervolgens draaien om de verschillende instellingen te wijzigen.
Naalooptijd bij gebruik deurcontact is in te stellen op 10 – 300 sec.
(Fabrieksinstelling: naloop 0 sec)
Door opnieuw indrukken van de MODE toets word de instelling actief.
6. Foutberichten worden in het oranje weergegeven
De weergave Keine Freigabe (geen weergave) verschijnt, wanneer het gebouwbeheersysteem (DDC) het
luchtgordijn niet vrijgeeft voor gebruik. De installatie kan niet in bedrijf worden genomen.
Foutbericht annuleren
Het bericht wordt automatisch geannuleerd zodra het gebouwbeheersysteem de installatie heeft vrijgegeven..
7. Storingen worden in het rood weergegeven
Motoroververhit verschijnt bij het aanspreken van de temperatuurbewaking (ventilatormotoren) en de ventilator
met problemen wordt uitgeschakeld. Het is van belang dat de installatie gecontroleerd wordt (vraag uw vakman om
advies)
Foutbericht annuleren
Mode toets indrukken (Weergave PGM Mode). Door de multif unction el e draaikn op t e verdraai en d e
s tand reset kiezen (Textkleur verandert van oranje naar zwart) en door te drukken bevestigen.
8. Bijzonderheden
Met de GTM I E EC-besturing kunnen maximaal 10 luchtgordijninstallaties worden beheerd met één
bedieningspaneel Hiervoor is elke printplaat voorzien van een coderingsschakelaar. De codering luidt:
0= MASTER, 1 - 9 = SLAVE.
LET OP: gebruik voor 2 installaties nooit dezelfde codering.
In geval van storing wordt het foutbericht gegenereerd als verzamelstoring in de MASTER-installatie.
Bij motoroververhitting wordt alleen de defecte ventilator buiten werking gesteld.
Als de installatie wordt ingeschakeld, moeten eerst de slave-installaties van voeding worden voorzien.
Potentialvrij-berichten
Functieberichten en storingsberichten zijn op de printplaat beschikbaar in de vorm van omschakelaars.
Indien in de programmeermodus (PRG Mode) meer dan 60 seconden geen invoer volgt, wordt de modus
automatisch beëindigd.
3