Batterij aansluiten
AFSTELLINGEN VÓÓR DE VLUCHT
OPMERKING: De drone zal niet werken tenzij u de volgende stappen volgt in de
aangegeven volgorde.
1. Zorg er eerst voor dat de drone UIT is geschakeld. Schakel de controller / ontvanger AAN.
Deze procedure moet exact worden opgevolgd, zodat de controller en drone elkaar kunnen
vinden om vervolgens verbinding te maken.
2. De controller zal eenmaal piepen en het lampje zal snel beginnen te knipperen. Beweeg de
LINKER STICK omhoog en vervolgens omlaag. De controller zal stoppen met knipperen om
aan te geven dat de throttle is geijkt. Laat de stick in de lagere positie.
3. Schakel nu de drone AAN door de schakelaar onder de drone op de stand AAN in te stellen.
De controller zal na 3 seconden het geluid "di do di" laten horen. De lampjes op de drone
zullen stoppen met knipperen. Dit betekent de drone nu verbonden is met de controller.
Aan/uitschakelaar
NLD-7
4. Plaats de drone op een vlakke ondergrond. Beweeg de RECHTER STICK op de controller
in een cirkel. De controller zal het geluid "di do di" laten horen, terwijl de lampjes op de drone
kort knipperen. Dit betekent dat de gyroscopen van de drone worden geijkt, zodat deze recht
kan vliegen.
VLUCHTBEDIENING
1. Omhoog / omlaag (throttle)
2. Rotatierichting
3. Naar links / rechts bewegen
4. Vooruit / achteruit bewegen
NLD-8
Druk de LINKER STICK naar voren om
de drone omhoog te laten vliegen, of
omlaag om de drone te laten zakken
(throttle). De throttle zal in de positie
blijven waarin u deze laat.
Druk de LINKER STICK naar links of
rechts om de richting van de drone te
veranderen (gierhoek).
Laat de stick los om de rotatie te stoppen.
Druk de RECHTER STICK naar links om
naar links te bewegen of naar rechts om
naar rechts te bewegen.
Laat de stick los om de beweging te
stoppen.
Druk de RECHTER STICK omhoog om
vooruit te bewegen of omlaag om
achteruit te bewegen. Laat de stick los
om de beweging te stoppen.