VOOR HET WERK
Type brandstof en de tank vullen
WAARSCHUWING: Gebruik geen brandstoffen die
niet zijn goedgekeurd, zoals E15 en E85. Meng geen
olie met de brandstof en pas de motor niet aan om op
alternatieve brandstoffen te lopen. Het gebruik van
brandstoffen die niet zijn goedgekeurd veroorzaakt
schade aan de motoronderdelen die niet gedekt is door
de garantie.
BELANGRIJK: Om startproblemen te voorkomen, moet
u het hele seizoen een brandstofadditief (111-9368)
toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit brandstof die
ouder is dan 30 dagen.
U kunt brandstofstabilizer en motorolie kopen bij uw
erkende Hayter servicedealer.
111-9367 – Olie voor grasmaaiers SAE 30 Hayter
111-9368 – Hayter hoogwaardige brandstofadditieven
De brandstof dient aan deze voorwaarden te voldoen:
•
schoon, vers, loodvrij.
•
Minimaal 87 octaan.
•
Brandstof met ten hoogste 10% ethanol is geschikt.
Bij het tanken:
•
Schakel de motor uit en laat de motor altijd minstens
2 minuten afkoelen voordat u de brandstofdop
losdraait.
Fig. 6
Fig. 7
1
2
•
U mag de brandstoftank alleen buitenshuis of in een
goed geventileerde ruimte vullen.
•
Hou de brandstof uit de buurt van vonken, open
vuur, waakvlammen, hittebronnen en andere
ontstekingsbronnen.
•
Controleer de brandstofleidingen, tank, dop en
fittings regelmatig op scheuren en lekkages. Indien
nodig moet u beschadigde onderdelen vervangen.
•
Als u brandstof morst, wacht dan tot deze verdampt
is voordat u de motor start.
1.
Verwijder stof en vuil uit de omgeving van de
brandstofdop. Verwijder de dop van de brandstoftank.
2. Brandstoftank vullen. Vul de brandstoftank niet
hoger dan de onderkant van de vulbuis van de
brandstoftank; zo kan de brandstof uitzetten.
3. Plaats de dop van de brandstoftank terug.
(Zie fig. 6)
Het motoroliepeil controleren
Raadpleeg het onderdeel Configuratie – Motorolietype
om te zorgen dat u de juiste klasse olie gebruikt.
BELANGRIJK: Als het oliepeil in het motor te hoog of
te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze
beschadigen.
3
13
Voordat u olie toevoegt of controleert, dient u ervoor
te zorgen dat de motor horizontaal is en de olievulzone
schoon is.
1.
Verwijder de peilstok (1) uit de olievulbuis (3) en veeg
hem af met een schone doek.
2. Steek de peilstok terug in de olievulbuis (3) en schroef
hem vast (1).
3. Haal de peilstok (1) eruit en controleer het oliepeil.
Controleer of de olie tot bovenaan de vol-markering
(2) op de peilstok (1) reikt.
4. Plaats de peilstok terug in de olievulbuis (3) en
schroef hem stevig vast.
(Zie fig. 7)