5.1.3
Een andere optieprint monteren
1. Leg de optieprint op de afstandssteunen op de optieprint bij positie 2 of 3.
U moet de positie het dichtst bij de gemonteerde optieprint selecteren.
OPMERKING: Plaats de isolatielaag met het omhoog gedraaide flapje
naar de interface van de controlprint zodat er voldoende isolatie tussen
de optieprints aanwezig is.
2. Plaats de optieprint op de afstandssteunen.
3. Bevestig de optieprint op de afstandssteunen met de vier schroeven.
4. Sluit de korte bandkabel aan tussen de X5B-connector op de eerste optie-
print en de X5A-connector op de optieprint die net is gemonteerd.
Afb. 9
Twee optieprints gemonteerd op de bevestigingsplaat
CG Drives & Automation, 01-5916-03r3
Bandkabel
aansluiting
Installatie, frequentieregelaars
27