Bediening
Modules (powermanagement)
62
Warmhoudfunctie
Met de warmhoudfunctie
zone warm gehouden worden. De kookzone wordt met laag vermogen
gebruikt.
1. Kookgerei staat op een kookzone en een kookstand (bijv. 3) is gekozen.
2. Door aantikken of verschuiven van de vinger op het sensorveld
ingeschakeld.
3. Om uit te schakelen links op het sensorveld
De warmhoudfunctie staat 120 minuten ter beschikking, daarna wordt de
kookzone uitgeschakeld.
Powerstand
De powerstand stelt extra vermogen voor de inductiekookzones ter beschik-
king. Een grote hoeveelheid water kan snel aan de kook worden gebracht.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Eén keer op de power-toets
5 sec.
knippert
3. Daarna voor de selectie van een bepaalde kookzone op het respectieve-
lijke sensorveld
Het symbool
4. Na 10 minuten wordt de powerstand automatisch uitgeschakeld. Het
brandt
symbool
Noot:
Om de powerstand vervroegd uit te schakelen, op het overeenkomstige sen-
sorveld
Powermanagement
Telkens twee kookzones zijn – om technische redenen – tot een module
gecombineerd en beschikken over een maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een hoge kookstand of de
powerfunctie wordt overschreden, reduceert het powermanagement de kook-
stand van de bijbehorende module-kookzone.
De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst, daarna wordt de maximaal
mogelijke kookstand constant getoond.
kunnen gerechten die klaar zijn op een kook-
de kookstand verlagen. Bij
(kookzones met P)
drukken. Het symbool
drukken.
wordt aangetoond, de powerstand is ingeschakeld.
verdwijnt en er wordt naar kookstand 9 teruggeschakeld.
drukken.
NL
stoppen; de warmhoudfunctie is
drukken.
knippert ca.