Bedieningspaneel
1. Programma kiezen
De programmakiezer schakelt de wasmachine
Aan/Uit. Draaien in beide richtingen mogelijk.
De programmakiezer kan niet gedraaid
worden als het programma loopt - het
programmaverloop wordt elektronisch
gestuurd.
3. Centrifuge toerental instellen (indien gewenst)
traploos; bij zonder B met vaste positie.
4. Toetsen voor programmaverfijningen indrukken
(indien gewenst, aanvullend op het gekozen programma)
Snel wassen: kortere programmaduur.
Extraspoelen: extra spoelbeurt.
Antikreuk:
minder kreukels.
Combineren van programmaverfijningen is altijd mogelijk.
De indicatielampjes van de toetsen branden als de programmaverfijningen actief zijn.
Programmaverfijningen uitschakelen: toetsen opnieuw indrukken.
5. Toets Start indrukken
Programmakiezer draaien of een willekeurige toets indrukken.
2. Indicatielampjes branden
Stand by, als het programma is gekozen.
In Bedrijf, als de toets Start is ingedrukt.
Einde, als het programma is afgelopen.
De indicatielampjes knipperen: er is sprake van een
storing.
9