Inhoudsopgave
Advertenties
Aansluitingen
Audioapparatuur aansluiten
De OUTPUT-aansluitingen op het achterpaneel leveren de uitvoer
van het instrument naar externe audioapparatuur, zoals een
klavierversterker, een stereogeluidssysteem, een mengpaneel of een
bandrecorder. Gebruik een audiokabel om de OUTPUT-aansluitingen
van het instrument aan te sluiten op de AUX IN-aansluiting van de
externe audioapparatuur.
Gebruik de R- en L/MONO-aansluitingen voor stereo-uitvoer of alleen
de L/MONO-aansluiting voor mono-uitvoer.
Opmerking:
Om schade aan de luidsprekers te voorkomen, stelt u het volumeniveau
in op het minimum voordat u het apparaat inschakelt en andere
apparaten aansluit.
Een microfoon aansluiten
Stel het hoofdvolume in op het minimumniveau voordat u een microfoon
aansluit of loskoppelt.
Sluit een microfoon aan op de MIC INPUT-aansluiting en stel vervolgens
het hoofdvolume in op een geschikt niveau.
Opmerking:
Koppel de microfoon los wanneer u deze niet gebruikt.
Stroom/hoofdvolume
Het apparaat in-/uitschakelen
1.
Zorg ervoor dat het instrument goed is aangesloten op de voeding.
2.
Druk op de [POWER]-schakelaar. Het LCD-scherm gaat aan, wat
betekent dat het instrument is ingeschakeld.
3.
Als u klaar bent met het instrument, houdt u de [POWER]-
schakelaar nogmaals ingedrukt om het uit te schakelen.
Opmerkingen:
Als het LCD-scherm niet oplicht nadat u het instrument heeft aangezet,
controleert u de aansluiting op de voeding. Als de stroom is ingeschakeld,
blijft de LED van de [POWER]-schakelaar branden.
Het mastervolume aanpassen
Draai de [VOLUME]-regelaar rechtsom om het mastervolume te
verhogen of linksom om het te verlagen. Pas dit aan om het gewenste
volumeniveau in te stellen.
Opmerking:
Als het klavier geen geluid produceert, controleert u of het volume op
het minimum is ingesteld of dat er een hoofdtelefoon is aangesloten op
de PHONES-aansluiting.
8
Advertenties
Inhoudsopgave
