1.3 Dashbord
Brandstoflamp
Deze gaat branden als er
nog 5 liter in de brandstof-
tank zit = 1 h 1/2 werktijd.
De lamp kan enkel branden
met draaiende motor.
Werking vier rich-
tingsaanwijzers
(optie)
Uurteller
Laad lamp
Deze gaat branden voor en
tijdens het starten. Wanneer
de lamp op een ander
ogenblik gaat branden moet
de motor gestopt worden
en de oorzaak gezocht.
Voorgloei lamp
Deze gaat branden als het
contact in de stand voorglo-
eien staat. Na de voorgloei-
tijd dooft de lamp en kan de
motor gestart worden.
1.4 Zekeringen
1) 7,5 Amp
Laadsysteem
2) 15 Amp
Oliekoeler. Veiligheidssysteem.
Stoprelais. Lichten
3) 15 Amp
Signalisatielampen, hoorn, brand
stofmeter
4) 15 Amp
Stroomdoos
5) 15 Amp
cabine. pinkers, verlichting
6) 60 Amp
Hoofdonderbreker(naast de
generator)
Hoofdschakelaar
Om te kunnen starten moet de hoofdschakelaar op de
positie AAN staan.
1. Bedieningshendels
1
2
3
4
5
Zekeringen
Hoofdschakelaar AAN/UIT (onderbreking
8
van het electrische circuit.)
Hoorn
Contactsleutel
Stroomschakelaar
Olie lamp
Als het licht gaat branden tij-
dens het werken, de machi-
ne onmiddellijk stilleggen en
het niveau van de olie con-
troleren. Bijvoegen indien
nodig.
Radiator lamp
Het licht gaat branden als de
temperatuur van het koelwa-
ter te hoog wordt. In dat
geval de motor stoppen en
de oorzaak zoeken.
Hoofdzekering