HET BEDIENEN VAN UW THERMOSTAAT
Vervolg van voorgaande bladzijde
Het instellen van de vorstbevei-
liging
Als uw huis voor een lange tijd niet wordt
bewoond, kan worden gekozen voor
instelling op vorstbeveiliging. Deze bevei-
liging zet de verwarmingsinstallatie in
werking wanneer de ruimtetemperatuur
beneden de ingestelde waarde daalt. De
vorstbeveiliging kan worden ingesteld van
7 tot 10 °C en is voor onbepaalde tijd
actief totdat de schuifschakelaar in een
andere stand wordt gezet.
Stel de gewenste besparingstemperatuur in met
de WARMER- of KOUDER-toets.
Zet de schuifschakelaar in de stand
VORSTBEVEIL. In het uitleesvenster wordt het
vorstsymbool zichtbaar.
Kies de gewenste vorstbeveiligingstemperatuur
met de WARMER- of KOUDER-toets.
20