T
Fijnafstelling van de
droogtegraad
K
Signaal
aan het einde van het
programma
B
Centrifuge toerental van
de wasautomaat
22
De droogautomaat is op een zo zuinig mogelijk
energieverbruik afgesteld.
De droogtegraden van de programma's "kastdroog",
"kastdroog plus" en "extra droog" kunnen individueel
iets verhoogd worden. Dit is aan te raden bij hard
water of bij koele omgevingstemperaturen. Instelling
blz. 19.
De droogtegraad kan op vier standen (0, 1, 2, 3)
worden ingesteld. De instelling door de fabriek is "0".
De geluidssterkte van het signaal kan op vier standen
(0, 1, 2, 3) worden ingesteld. Bij instelling "0" is het
signaal uitgeschakeld. 1 = zacht, 2 = gemiddeld en
3 = luid.
(Instelling blz. 19).
De nauwkeurigheid van de resttijd indicatie wordt
verhoogd als het centrifuge toerental van uw was
automaat wordt ingesteld.
Er kunnen toerentalstanden van 800, 1000, 1200,
1400 en 1600 B worden ingesteld.
i Heeft uw wasautomaat een ander centrifuge
toerental, stel dan het direct daaronder liggende
toerental in.
Bijvoorbeeld: bij 1100 omw./min. 1000 B instellen.