naar het symbool „grendel geopend"
op de stofcontainer (C) wijst. Neem
nu de stofcontainer naar beneden
weg.
Filters (F + G) reinigen
• Open de klep aan de onderzijde
van de stofcontainer (E) en draai de
filters (F + G) kort tegen de wijzers
van de klok in (in de richting van de
pijl „UNLOCK"), totdat u ze (naar de
onderkant toe) uit de stofcontainer
(E) kunt halen.
Trek de filter voor grof stof (F) van de
fijnstoffilter (H).
• Klop de filters voorzichtig uit boven
een vuilnisbak en reinig ze met een
zachte borstel. Als een filter erg
22
vuil is, reinig deze dan grondig met
water (gebruik hoogstens lauwwarm
water) en laat hem vervolgens hele-
maal drogen.
• Na het reinigen en drogen van de
desbetreffende filter zet u de filter
voor grof stof (F) weer op de fijnstof-
filter (G). Plaats de filters vervolgens
weer nauwkeurig in de stofcontainer
(E) en vergrendel door kort met de
wijzers van de klok mee te draaien
(in de richting van de pijl „LOCK").
Controleer of de onderdelen goed
zitten.
• Sluit nu de klep weer en bevestig
de stofcontainer (E) opnieuw op het
basisapparaat (A). Zorg er bij het
terugplaatsen voor dat de driehoek
op het basisapparaat op één lijn
•
staat met het symbool „grendel ge-
opend" op de stofcontainer (E). Draai
vervolgens de stofcontainer (E) een
beetje, zodat de driehoek op het ba-
sisapparaat (A) op één lijn staat met
het symbool „grendel gesloten" op
de stofcontainer (E), en beide delen
stevig aan elkaar bevestigd zijn.