External Components
Ñ Aanpassen van de parkeerrichtlijnen
✎
OPMERKING
• Plaats een achterzichtcamera op de juiste plaats in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzing die bij
de camera is geleverd.
• Trek de handrem beslist aan zodat de auto niet kan
verplaatsen tijdens het instellen van de richtlijnen
voor het parkeren.
1
Druk op de knop <
2
Raak [
] aan.
3
Raak [System] aan.
4
Raak [T] of [U] van [Parking Guidelines] en stel
in op [ON].
5
Raak [Guidelines SETUP] aan.
6
Pas de parkeerrichtlijnen aan door het
selecteren van de [
7
Afstellen van de positie van de geselecteerde
-markering.
C
Zorg ervoor dat de lijnen A en B horizontaal
parallel zijn en dat de lijnen C en D dezelfde lengte
hebben.
✎
OPMERKING
• Raak [Initialize] aan en raak dan [Yes] aan om alle
markeringen in te stellen op de oorspronkelijke
standaardpositie.
12
>.
] -markering.
A
D
B
Leerfunctie van besturing op
afstand
Leerfunctie van stuurafstandsbediening
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
uw voertuig is uitgerust met de elektrische
stuurafstandsbediening.
1
Druk op de knop <
2
Raak [
] aan.
3
Raak [System] aan.
4
Raak [Steering Remote] aan.
5
Raak de functie aan die u wilt instellen.
6
Houd de knop van de afstandsbediening van
de besturing ingedrukt.
✎
OPMERKING
• U kunt de eenheid alle knoppen tegelijk laten
leren. In dat geval drukt u één voor één op de
knoppen en nadat u ze allemaal hebt ingedrukt,
raakt u [6] aan in het instelscherm van de
stuurafstandsbediening.
7
Herhaal stappen 5 en 6 indien nodig.
8
Raak [ 6 ] aan.
✎
OPMERKING
• Raak [Initialize] aan en raak dan [Yes] aan om alle
markeringen in te stellen op de oorspronkelijke
standaardpositie.
Omgekeerd met ATT (-20dB)
Wanneer de versnelling naar achteruit (R) wordt
geschakeld, wordt het volume van het apparaat
aangepast.
1
Druk op de knop <
2
Raak [
] aan.
3
Raak [System] aan.
4
Raak [Reverse with ATT] aan.
5
Raak [T] of [U] ingesteld op [ON]/[OFF].
✎
OPMERKING
• De instelwaarde is ON (standaard).
>.
>.