Uitleg scherm en werking
1
Modus
Maximale hulpsnelheid**
Gemiddelde autonomie***
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
6
SCHERM EN BEDIENINGSONDERDELEN
ondersteuningsmodus (0-1-2-3):
'0' geen ondersteuning.
'1' is de standaard ondersteuningsmodus.
Elke modus komt overeen met de hieronder bepaalde maximale ondersteuningssnelheden:
Knop ON/OFF:
De fiets met elektrische ondersteuning in- en uitschakelen door een lange druk op de knop.
Knop «+»:
Naar een hogere ondersteuningsmodus gaan door een korte druk op de knop
Naar de 'voetgangersmodus' gaan door een lange druk op de knop.
Knop «-»:
Naar een lagere ondersteuningsmodus gaan
Verlichtingsknop
De verlichtingen van de fiets in en uitschakelen door een korte druk op de knop
De instellingen openen door een lange druk op de knop
Snelheidsindicator**
Voetgangersmodus:
Maakt het mogelijk om de fiets in de voetgangersmodus, maximaal aan 6 km/u, te verplaatsen zonder te trappen. Opgelet deze
modus mag niet gebruikt worden wanneer u op de fiets zit
ODO: Algemene afstandsmeter. Deze kan niet gereset worden.
TRIP: Gedeeltelijke afstandsmeter. Kan gereset worden door gedurende 10 seconden op de knop '-' te drukken.
TRIPtoGO: Resterende afstand die afgelegd kan worden met de actie ondersteuningsmodus.
Deze informatie verschijnt automatisch op het bedieningspaneel.
Afstandsindicator
Eenheden:
kilometer of mijl
Verlichtingsindicator:
Verschijnt op het scherm wanneer de verlichting brandt
Vijf batterijniveaus.
Als het niveau van de batterij laag is, begint de indicator te knipperen.
0
1
0 km/h
15 km/h
/
2
3
20 km/h
25 km/h
40 - 70 km