5.2.3
Snelle wizard: Opties
De instellingen voor het warm tapwater
#
Code
[A.2.2.1]
[E05]
Warmtapwaterbedrijf:
Kan het systeem warm tapwater
bereiden?
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1 (Ja): Geïnstalleerd
[A.2.2.3]
[E07]
Type warmtapwatertank:
▪ 0
boosterverwarming geplaatst langs de
kant van de tank. Standaard voor
EHBH/X.
▪ 1 (Type 2): Standaard voor EHVH/X.
De
gebruikt worden om warm tapwater op
te warmen.
Bereik: 0~6. Waarden 2~6 zijn echter
niet van toepassing voor deze instelling.
Indien de instelling op 6 wordt ingesteld,
zal een storingscode verschijnen en zal
het systeem NIET werken.
[A.2.2.A]
[D02]
Warm tapwaterpomp:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1 (Secund retour): Geïnstalleerd voor
ogenblikkelijk warm water
▪ 2 (Disinf. shunt): Geïnstalleerd voor
desinfectie
Zie tevens de afbeeldingen hieronder.
Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor...
Ogenblikkelijk warm water
c
a
f
b
g
a
Binnenunit
b
Tank
c
Pomp voor warm tapwater
d
Verwarmingselement
e
Terugslagklep
f
Douche
g
Koud water
INFORMATIE
De correcte standaardinstelling voor warm tapwater wordt
alleen van toepassing wanneer de bediening van warm
tapwater is geactiveerd ([E05]=1).
Thermostaten en externe sensoren
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
EHBH/X04~16CB
Daikin Altherma LagetemperatuurSplit
4P3831181C – 2015.01
Beschrijving
(Type
1):
Tank
met
backupverwarming
zal
ook
Desinfectie
c
a
d
f
b
e
g
de
regeling
van
de
#
Code
[A.2.2.4]
[C05]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): Als de gebruikte
externe
warmtepompconvector
thermo AAN/UITstaat kan sturen.
Geen onderscheid tussen een vraag
naar verwarming of een vraag naar
koeling.
▪ 2 (Verw/koel vraag): Als de gebruikte
externe
gescheiden
AAN/UITstaat kan sturen.
[A.2.2.5]
[C06]
Externe kamerthermostaat voor de
secundaire zone:
▪ 0: Nvt
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): Als de gebruikte
externe
warmtepompconvector
thermo AAN/UITstaat kan sturen.
Geen onderscheid tussen een vraag
naar verwarming of een vraag naar
koeling.
▪ 2 (Verw/koel vraag): Als de gebruikte
externe
gescheiden
AAN/UITstaat kan sturen.
[A.2.2.B]
[C08]
Externe sensor:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd.
▪ 1 (Buitensensor): Aangesloten op de
printplaat die de buitentemperatuur
meet.
▪ 2 (Kamersensor): Aangesloten op de
printplaat die de binnentemperatuur
meet.
Digitale I/Oprintplaat
#
Code
[A.2.2.6.1]
[C02]
Externe backupverwarmingsbron:
▪ 0 (Nee): Geen
▪ 1 (Bivalent): Gas, olieketel
▪ 2: Nvt
▪ 3: Nvt
[A.2.2.6.2]
[D07]
Stationkit pomp zonnesysteem:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1 (Ja): Geïnstalleerd
[A.2.2.6.3]
[C09]
Alarmoutput op optionele EKRP1HB
printplaat:
▪ 0 (Normaal open): De alarmoutput
wordt geactiveerd wanneer zich een
alarm voordoet.
▪ 1 (Norm. gesloten): De alarmoutput
wordt NIET geactiveerd wanneer zich
een alarm voordoet. Met deze
installateurinstelling
onderscheid worden gemaakt tussen
een alarm detecteren en een
stroomonderbreking naar de unit
detecteren.
Zie tevens onderstaande tabel (logica
alarmoutput).
5 Configuratie
Beschrijving
kamerthermostaat
of
enkel
een
kamerthermostaat
een
verwarm/koelthermo
kamerthermostaat
of
enkel
een
kamerthermostaat
een
verwarm/koelthermo
Beschrijving
kan
een
Installatiehandleiding
15