4
Schermaanpassing
Wanneer de invoerbron AV, Component of TV is:
C u s t o m
C o n t r a s t
B r i g h t n e s s
S h a r p n e s s
C o l o r
T i n t
Contrast
Hiermee past u het contrast tussen de objecten en de achtergrond aan. (Bereik: 0~100)
Een hogere waarde resulteert in een groter contrast, zodat het object helderder wordt weergegeven.
Brightness
Hiermee kunt u de algemene helderheid van het beeld aanpassen. (Bereik: 0~100)
Een hogere waarde resulteert in een helderder beeld.
Sharpness
Hiermee maakt u de randen van objecten scherper of vager. (Bereik: 0~100)
Een hogere waarde resulteert in scherpere contouren.
Color
Hiermee kunt u de kleurintensiteit verhogen of verlagen. (Bereik: 0~100)
Een hogere waarde resulteert in een hogere kleurintensiteit.
Tint
Hiermee past u de intensiteit van rode en groene kleuren aan. (Bereik: 0~100)
Wanneer het roodniveau verhoogt, zal de kleur rood prominenter worden weergegeven. Wanneer
het groenniveau verhoogt, zal de kleur groen prominenter worden weergegeven.
1
Druk op
/
u de waarde voor de geselecteerde optie kunt wijzigen.
C o n t r a s t
2
Druk op
/
G r e e n 5 0 R e d 5 0
M o v e
E n t e r
om naar de gewenste optie te gaan en druk op [
M o v e
A d j u s t
om de waarde aan te passen en druk op [
1 0 0
4 5
5 0
5 0
R e t u r n
]. Er verschijnt een venster waarin
1 0 0
R e t u r n
]. De wijzigingen worden toegepast.
99
4 Schermaanpassing