stopcontact, waarvan de span-
ning overeenkomt met die uit de
technische specifi caties.
• Bij gebruik van een tussenstek-
ker of verlengkabel moet deze
voldoen aan de geldige veilig-
heidsvoorschriften. De aange-
geven maximale stroomsterkte
mag niet worden overschreden.
• Zorg ervoor dat het stopcontact
gemakkelijk toegankelijk is zo-
dat u indien nodig snel de stek-
ker uit het stopcontact kunt trek-
ken.
• Gebruik het apparaat niet:
– als het apparaat beschadigd is,
– als
de
netstekker beschadigd zijn,
– als het apparaat gevallen is.
• Rol de aansluitkabel van het
laadstation volledig af vóór elk
gebruik. Let er daarbij op dat
de verbindingskabel niet inge-
klemd, geplet of door scherpe
randen of hete voorwerpen be-
schadigd wordt.
• Trek de stekker uit het stopcon-
tact:
– als u het laadstation niet ge-
bruikt,
– na het laden,
aansluitkabel
– voordat u het apparaat
schoonmaakt of wegzet,
– wanneer er tijdens het ge-
bruik kennelijk een storing
optreedt,
– bij onweer.
Trek daarbij steeds aan de
netstekker, niet aan het aan-
sluitsnoer.
• Wijzig niets aan het apparaat of
aan de aansluitkabel.
• Laat reparaties alleen door een
gespecialiseerde werkplaats uit-
voeren. Houd u aan de garantie-
voorwaarden (zie het garantie-
bewijs).
• Laat het handstuk niet vallen en
of
stel het niet bloot aan mechani-
sche schokken.
• De aansluitkabel van het laad-
station kan niet worden vervan-
gen. Bij beschadiging moet het
apparaat worden weggegooid.
• Het handstuk mag alleen met
het meegeleverde laadstation
worden opgeladen.
• Het apparaat mag niet op een
tijdschakelklok of een apart op
afstand werkend systeem, zoals
een schemeringsschakelaar of
een radiostekkerdoos worden
aangesloten.
5