5. Ingebruikname
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het in bedrijf stellen van de BioMant-Mini. Het is absoluut
noodzakelijk om grondig vertrouwd te raken met deze handleiding voordat u aan de
werkzaamheden begint.
De montage en inbedrijfstelling van de BioMant-Mini mogen alleen worden
Gebruik een goedgekeurd hefwerktuig met voldoende draagvermogen om de
5.1 Ingebruikname
Het correct uitvoeren van de volgende stappen is een essentiële voorwaarde voor het juiste
functioneren van de machine
•
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
•
Maak uzelf vertrouwd met de instructies van de afzonderlijke componenten, inclusief de
waterpomp en boiler, voordat u de machine in gebruik neemt.
•
Verwijder alle verpakkingen (karton, hout, plasticfolie, enz.). Bewaar alle verpakkingen
buiten het bereik van kinderen.
•
Zorg ervoor dat de machine in een goed geventileerde omgeving wordt geplaatst.
•
Controleer het oliepeil van de pomp. Dit moet altijd boven de markering van de
olieniveaumeter liggen.
•
Zorg ervoor dat er een watertoevoeraansluiting met schoon water (maximaal 10°dH
waterhardheid) en voldoende waterdruk (minimaal 2 bar) beschikbaar is.
•
Zorg voor een afvoeraansluiting voor het gebruikte water.
•
Zorg ervoor dat de machine onbeschadigd is. Start de machine bij twijfel niet op en
neem contact op met de fabrikant of uw geautoriseerde BioMant-servicecentrum.
•
Plaats de machine op een vlak, stabiel oppervlak.
•
Dekkingen en beveiligingsinrichtingen moeten zijn geplaatst en correct functioneren.
•
Controleer of de watertoevoerslang en de hogedrukslang in goede staat verkeren. Als u
schade constateert, mag u de machine niet starten en moet u contact opnemen met de
fabrikant of uw geautoriseerde BioMant-servicecentrum.
•
Vul de tank met diesel. Gebruik altijd schone brandstof en filter indien nodig. Zorg
ervoor dat de machine volledig is afgekoeld voordat u de tank met diesel vult.
•
Controleer of de BioMant-Mini is aangesloten op een betrouwbare en stabiele 230V-
stroombron.
•
Sluit de waterslang aan op de wateraansluiting van de machine (bijv. GEKA-koppeling).
De slang moet volledig schoon zijn. Gebruik indien nodig een voorfilter.
•
Sluit indien nodig het spuitpistool en de lans aan op de hogedrukslang en rol de slang
volledig uit.
5.2 Vervanging van componenten
Voor de vervanging van componenten mogen alleen onderdelen worden gebruikt die aan de
specificaties van de fabrikant voldoen. Bij deze handleiding is een lijst met reserveonderdelen
bijgevoegd
5.3 Elektrisch schema
Bij deze handleiding is een elektrisch schema bijgevoegd, evenals in de bijlage.
Werkzaamheden aan het elektrische systeem mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
10
uitgevoerd door gekwalificeerde en geautoriseerde personen.
machine op te tillen.