V
II. Gebruiksaanwijzing van pomp WP 300
Welkom bij GARDENA aquamotion ...
n
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en houdt u zich aan de
aanwijzingen. Maakt u zichzelf aan de hand van deze gebruiksaanwij-
zing vertrouwd met de bedieningsonderdelen en het juiste gebruik
van de pomp.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen personen jonger dan 16 jaar
evenals personen die niet bekend zijn met deze gebruiksaanwij-
zing geen gebruik maken van deze pomp.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Waar gebruikt u uw pomp?
Beoogd gebruik
De GARDENA binnenshuis-fonteinpompen zijn voor particulier
gebruik binnenshuis bestemd. Ze zijn niet bestemd voor gebruik met
besproeiingsapparaten en -systemen. De pompen mogen alleen
binnenshuis gebruikt worden.
Let op
De GARDENA binnenshuis-fonteinpompen zijn niet geschikt voor
n
continu gebruik (bijv. industrieel gebruik, rondpompen). De volgen-
de stoffen mogen niet verpompt worden: bijtende, licht ontvlam-
bare, agressieve of explosieve stoffen (zoals benzine, petroleum of
nitroverdunning), zout water en levensmiddelen / drinkwater.
n
Voor uw veiligheid
Gebruik van de pomp
De pomp moet met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) met een
nominale lekstroom ≤ 30 mA gebruikt worden (DIN VDE 0100-702
en 0100-738). Bovendien moet de pomp stabiel neergezet wor-
den. Neem s.v.p. contact op met uw elektrospeciaalzaak.
Netaansluitingen
Netaansluitingssnoeren mogen geen kleinere diameter hebben
dan snoeren met kenmerk H05 RNF.
Verlengkabels moeten voldoen aan DIN VDE 0620.
Visuele controle
De pomp voor ieder gebruik controleren om vast te stellen of
uitvoeren
de pomp, in het bijzonder stroomkabel en stekker, beschadigd is.
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
Bij schade, pomp altijd door de GARDENA technische dienst
of de bevoegde vakman laten controleren.
38
Controleer
Aanduidingen op het type plaatje moeten overeenkomen met
de netspanning
de gegevens van het stroomnet.
Pomp niet gebruiken
De pomp mag niet gebruikt worden als zich mensen in het water
als zich mensen
bevinden.
in het water bevinden
Pomp niet aan het snoer
Draag de pomp niet aan het snoer en gebruik het snoer niet om de
dragen
stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm het snoer tegen
hitte, olie en scherpe voorwerpen.
Stekker uit het
Na gebruik en voor onderhoud stekker uit stopcontact halen.
stopcontact trekken
Temperatuur van de
De temperatuur van de doorvoervloeistof mag niet lager zijn
doorvoervloeistof
dan 4 °C en niet hoger dan 35 °C.
Slijtage en capaciteits-
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof
vermindering
leiden tot snellere slijtage en capaciteitsvermindering.
Ingebruikname
Pomp opstellen
Dompel de pomp voor ingebruikname in het water.
Stel de pomp zo op dat de behuizing volledig onder water staat.
n
Het onderliggende filterschuim mag aan de zijkant niet
afgedekt worden!
Let op dompeldiepte
Let op de max. dompeldiepte (zie „Technische gegevens").
Pomp inschakelen
Steek de netstekker in een 230-V-wisselstroomstopcontact.
Let op! Pomp begint direct te werken.
Capaciteitsregeling
Stel de capaciteit naar behoefte in door de regelaar te draaien.
(
Naar links draaien verhoogt de capaciteit.)
Pomp niet droog laten
Laat de pomp nooit drooglopen, omdat drooglopen tot ongewenste
lopen
hittevorming leidt en de pomp kapot maakt.
V
39