1 — Voor de uitgang van de voedingskabel aan de achterkant van
het SmartBracket-montagepaneel.
2 — Voor de uitgang van de voedingskabel vanaf de onderkant van
het SmartBracket-montagepaneel.
4. Leid de kabel voor de aansluiting van de externe voeding door het gemaakte
gat in het montagepaneel.
5. Leid de kabel door het speciale gat aan de achterkant van de
detectorbehuizing. Verwijder de siliconen plug niet. Deze zorgt dat er geen
vocht in de behuizing van de detector komt.
6. Leid de draden door speciale buizen en zet ze vast met een meegeleverde
bevestiging (een plastic houder met een schroef.
7. Maak de draden klaar voor de aansluiting. De uiteinden van de draden die in
de aansluitklemmen worden gedaan, moeten worden vertind of voorzien
worden van een speciale krimpkous. Dit zorgt voor een betrouwbare
verbinding.