Het signaalniveau van Jeweller wordt bepaald door het aantal niet afgeleverde
of beschadigde datapakketten dat binnen een bepaalde periode tussen de
detector en een hub of signaalversterker wordt uitgewisseld. Het pictogram
op het tabblad Apparaten
apparaat geven de signaalsterkte aan:
Drie streepjes: uitstekende signaalsterkte.
Twee streepjes: goede signaalsterkte.
Eén streepje: lage signaalsterkte, een stabiele werking wordt niet
gegarandeerd.
Doorgestreept pictogram: geen signaal.
Controleer de signaalsterkte van Jeweller voordat u deze permanent installeert.
De detector moet een signaalsterkte hebben van 2 of 3 streepjes. Als u de
signaalsterkte op de plaats van installatie ruwweg wilt berekenen, kunt u onze
rekenhulp voor het radiocommunicatiebereik gebruiken
Bij een signaalsterkte van één of nul streepjes kunnen wij geen stabiele werking
van het beveiligingssysteem garanderen. Overweeg in dergelijke gevallen om het
apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalontvangst aanzienlijk
kan verbeteren.
Als de signaalsterkte nog steeds laag of instabiel blijft na het verplaatsen,
gebruik dan een
radiosignaalversterker
Detectiezone
Denk bij het kiezen van de installatieplaats na over de richting van de lens, de
hoeken van de detector en de aanwezigheid van obstakels die het zicht
belemmeren. De beoogde weg van de indringer moet loodrecht staan op de as
van de lens van de detector. Zorg dat meubels, kamerplanten, vazen, decoratieve
elementen of glazen elementen het gezichtsveld van de detector niet
belemmeren.
en het bijbehorende veld in de Statussen van het
.
.