moment loskomen van het oppervlak en vallen, waardoor er storingen kunnen
ontstaan. Onthoud dat zolang het apparaat is geïnstalleerd met tiewraps of
dubbelzijdig tape, het sabotagealarm niet ingeschakeld wordt wanneer iemand
probeert om de detector te demonteren.
5. Detectiezonetesten uitvoeren. Eerst voor de onderste sensoren en daarna
voor de bovenste sensoren. Dit helpt u om de vereiste maximale
detectieafstand te bepalen en in te stellen van de detector (bepaald door
een onderste sensor). Voer daarna tegelijkertijd de detectiezonetest uit voor
beide sensoren, en ook de test voor de antimaskeersensoren. Als er niet op
beweging wordt gereageerd, selecteer dan het juiste gevoeligheidsniveau,
de detectieafstand (Detectieafstand-schuifbalk), de afwijking van de
kijkhoek (Straalrichting-schuifbalk), activeer de modus Detectie in nabije
omgeving (Detectie in nabije omgeving-schuifbalk), en controleer de
hellingshoek van de detector.
6. Bevestig het SmartBracket-paneel aan het oppervlak met de meegeleverde
schroeven. Gebruik minstens twee bevestigingspunten tijdens het
bevestigen. Zorg ervoor dat de geperforeerde hoek van SmartBracket is
vastgezet, zodat het sabotagealarm reageert op een poging om het
apparaat te demonteren.
7. Bevestig DualCurtain Outdoor aan het bevestigingspaneel, wacht totdat de
kalibratie is afgerond, en schroef de schroef aan de onderkant van de
behuizing vast. Dit is nodig voor een goede bevestiging en zodat de detector
niet snel verwijderd kan worden van het paneel.
8. Zodra de detector stevig is gemonteerd aan SmartBracket, knippert het led-
lampje: dit is het signaal dat het sabotagealarm is geactiveerd. Als het led-
lampje niet knippert na de installatie op SmartBracket, controleer dan de
sabotagestatus in de Ajax-app en controleer of het paneel stevig
gemonteerd is.
Onderhoud
Controleer regelmatig de werking van de detector. De optimale testfrequentie is
elke drie maanden. Verwijder stof, spinnenwebben en andere verontreinigingen
van de behuizing van de detector. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is
voor het onderhoud van de apparatuur.
Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine of andere actieve
oplosmiddelen bevatten om de detector te reinigen. Veeg voorzichtig de lens