Het apparaat moet zich binnen het draadloze bereik van een hub bevinden (in
hetzelfde gebouw) om detectie en koppeling mogelijk te maken. Het
verbindingsverzoek wordt pas naar de hub gestuurd als het apparaat wordt
ingeschakeld.
Als MotionProtect Curtain er niet in slaagt verbinding te maken met de hub,
wordt het binnen 6 seconden na inschakeling automatisch uitgeschakeld. U
hoeft het apparaat niet uit te zetten om het opnieuw te proberen.
Als MotionProtect Curtain al aan een andere hub is gekoppeld, schakel dan de
detector uit en volg daarna het standaardproces voor koppeling.
Na het koppelen verschijnt de detector in de hub-apparaatlijst van de app. De
frequentie van de updates van de apparaatstatus hangt af van het pollinginterval
dat in de instellingen van de hub is aangegeven (standaard 36 seconden).
Als de detector een beweging waarneemt voordat het systeem is ingeschakeld,
zal deze niet onmiddellijk worden geactiveerd, maar pas wanneer de hub pollt.
Statussen
Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters.
De statussen van MotionProtect Curtain zijn beschikbaar via de Ajax-apps. Doe
het volgende om de statussen te bekijken:
1. Log in bij de Ajax-app.
2. Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de PRO-app
gebruikt.
3. Ga naar het menu Apparaten
4. Selecteer MotionProtect Curtain in de lijst.
Parameter
Temperatuur
.
Temperatuur van de detector. Het wordt
gemeten op de processor van de detector en
verandert geleidelijk.
De aanvaardbare meetfout tussen de waarde in
de app en de omgevingstemperatuur is 2 °C.
Waarde