Snelstartgids
3
Basisconfiguratie
3.1
Configuratietaken
De transmitter kan worden geconfigureerd via de Local Operator Interface
(LOI) - optiecode M4) of via een Class 2 master (op basis van DD of DTM
De twee basisconfiguratietaken voor de PROFIBUS PA-druktransmitter zijn:
Procedure
1. Adres toewijzen
2. Technische eenheden configureren (schaling).
Opmerking
Rosemount 2051 PROFIBUS Profile 3.02-apparaten staan bij levering
vanuit de fabriek in de modus Identification Number Adaptation
(identificatienummeraanpassing). In deze modus kan de transmitter
communiceren met elke Profibus regelhost met ofwel de generieke
Profile GSD (9700), ofwel de voor Rosemount 2051 specifieke GSD
(3333) geladen op de host; daarom hoeft het identificatienummer
van de transmitter bij het opstarten niet veranderd te worden.
3.2
Adres toewijzen
De transmitter wordt geleverd met het tijdelijke adres van 126. Dit moet
worden veranderd in een unieke waarde tussen 0 en 125 om communicatie
met de host tot stand te brengen. Meestal zijn de adressen 0-2 gereserveerd
voor masters of koppelstukken. Om die reden wordt aanbevolen
transmitteradressen tussen 3 en 125 te gebruiken.
Het adres kan worden ingesteld via:
•
LOI - zie
•
De Class 2 master - zie de handleiding van de Class 2 master voor het
instellen van het adres
3.3
Configureer de technische eenheden
Tenzij anders besteld, wordt de transmitter geleverd met de volgende
instellingen:
•
Meetmodus: Druk
•
Technische eenheden: Inch H
•
Schaling: Geen
14
Tabel 3-1
O
2
November 2019
™
).
Emerson.com/Rosemount