Advertenties
Bevestiging en werking van de electronische Sensor Unit voor navulpatronen
Alle nieuwe navulpatronen zijn uitgerust met een electronisch detecteerbare drijver.
Als de patroon dient te worden vervangen activeert de drijver de Sensor Unit waardoor een geluidssignaal en een groen LED lampje
aangeven dat de patroon dient te worden vervangen
Het systeem bestaat uit twee onderdelen:
Drijver
De drijver ligt onderin de patroon in de doseerpoeder en zal loskomen en naar boven drijven indien de doseerpoeder opraakt (drijver is
lichter dan water) en activeert hierdoor de Sensor Unit met het geluidssignaal en LED lampje (groen).
Sensor Unit
De Sensor Unit wordt geplaatst aan de buitenzijde tegen de gele behuizing. De Sensor Unit is aan de binnenzijde voorzien van dubbel
klevend tape en wordt bevestigd zoals op de afbeelding links.
Het lipje aan de onderzijde van de Sensor unit dient aan te sluiten aan de onderzijde van de gele behuizing.
Sensor Unit - Werking
Verwijder de folie van de dubbelzijdige klever aan de binnenzijde van de sensor. Bevestig de sensor op de behuizing (zie foto) en druk deze
goed aan.
Na montage van het systeem wordt de sensor geactiveerd door het rode aan/uit knopje in te drukken. Het rode knopje is dan in "lage" stand
(systeem geactiveerd).
Als de navulpatroon vervangen dient te worden zal de sensor een piepend geluidssignaal maken gedurende 60 seconden en zal het groene
LED indicatielampje gaan branden.
Het LED lampje zal groen blijven branden totdat de patroon is vervangen. Hierna gaat het vanzelf weer uit. Het geluidssignaal zal herhaald
worden vier maal per dag (elke 6 uur) gedurende 60 seconden. Het stopt vanzelf na vervangen van de patroon of indien de rode aan/uit
knop is gedeactiveerd (in "hoge" stand)
Testen of de Sensor werkt (droog test):
Plaats een patroon in de behuizing zonder deze in de grijze kop kop te bevestigen.
Activeer de sensor.
Trek de patroon ongeveer 10 cm omhoog.
De sensor geeft nu geluid en een waarschuwingslampje (groen)
Indien de sensor niet reageert adviseren wij de batterij te vervangen en opnieuw te testen.
Vervanging van de batterij in de Sensor unit
De Sensor geeft een rode LED indicatie als de batterij dient te worden vervangen.
1.
Schuif het klepje van de Sensor unit af (richting van de pijl)
2.
Neem de batterij uit en plaats een nieuwe batterij
3.
Schuif het klepje terug in op de Sensor unit tegenovergestelde richting van de pijl
4.
Zorg dat de Sensor is geactiveerd (rode knopje in "lage" stand)
Er brandt een rood lampje op de sensor:
Dit geeft aan dat de batterij bijna leeg is en dient te worden vervangen
Advertenties
