Inbouwen
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de DG bij het monteren
en in werking niet beschadigd raakt, moet er op
het volgende gelet worden:
–
Continubedrijf bij hoge temperaturen (bv. maxi-
male omgevingstemperatuur), ozonbelasting
boven 200 µg/m
3
of gassen met meer dan 0,1
vol.-% H
S versnelt de veroudering van het
2
elastomeermateriaal en verkort de levensduur.
–
Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
–
Max. omgevingstemperatuur in acht nemen, zie
pagina 3 (Technische gegevens).
–
Bij gebruikmaking van siliconenslangen erop letten
dat deze slangen voldoende getemperd zijn.
–
Siliconenhoudende dampen kunnen de con-
tactwerking storen.
–
Er mogen geen condensatie of siliconenhoudende
dampen in het apparaat terechtkomen. Bij tempe-
raturen beneden het vriespunt kan het apparaat
door ijsvorming gestoord raken of uitvallen.
–
DG bij externe installatie overdekken en tegen
directe zonnestraling beschermen (ook bij IP 65).
Om condensatiewater en condensaat te voor-
komen, kan een deksel met drukcompensatie
element (bestelnr. 74923391) gebruikt worden.
–
Sterke impulsen aan het apparaat vermijden.
–
Bij sterk schommelende druk ervoor een voor-
restrictie (bestelnr. 75456321) inbouwen.
▷ Inbouwpositie willekeurig, bij voorkeur met verti-
caal staand membraan. Dan komt het schakel-
punt p
overeen met de ingestelde waarde SK
S
op de schaal op het handwiel. Bij een andere
inbouwpositie verandert het schakelpunt p
komt niet meer overeen met de ingestelde, op de
schaal op het handwiel aangegeven waarde SK.
Het schakelpunt controleren.
p s = SK
p s =SK + 18 mbar
▷ De DG mag niet met de muur in aanraking ko-
men. Minimale afstand 20 mm.
▷ Op voldoende vrije ruimte voor de montage letten.
▷ Voor vrij zicht op het handwiel zorgen.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer afsluiten.
Let erop dat de buisleiding schoon is.
2
1
3
S
p s = SK - 18 mbar
1 en 2
Overdruk
(Rp ¼)
3 en 4
4
Onderdruk
(Rp
/
)
1
8
Overdruk
DG..U
Onderdruk
DG..U
1 of 2 voor de hogere absolute druk.
Verschildruk
of 4 voor de lagere absolute druk.
DG..U
Niet gebruikte aansluitingen afsluiten.
Overdruk
DG..B
4 Filtermat (bestelnr. 74946199) aan de aan sluiting /4
gebruiken als de elektrische contacten in de DG
door vuildeeltjes in de omgevingslucht/in het medium
verontreinigd kunnen worden. Bij IP 65 is de filtermat
standaard, zie typeplaatje.
Bedraden
▷ Als de DG..G ooit een spanning van > 24 V en
een stroom van > 0,1 A bij cos φ = 1 of > 0,05 A
bij cos φ = 0,6 geschakeld heeft, is de gouden
laag op de contacten weggebrand. Daarna kan
het apparaat alleen nog maar voor dat vermogen
of voor hogere vermogens worden gebruikt.
▷ De drukschakelaar DG kan worden gebruikt
in de zones 1 (21) en 2 (22) op plaatsen met
explosiegevaar, wanneer in het veilige gedeelte
een scheidingsversterker als Ex-i-hulpmiddel
conform EN 60079-11 (VDE 0170-7):2007 is
voorgeschakeld.
▷ DG als "eenvoudig elektrisch hulpmiddel" con-
form EN 60079-11:2007 voldoet aan tempera-
tuurklasse T6, groep II. De interne inductiviteit/
capaciteit bedraagt Lo = 0,2 μH/Co = 8 pF.
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de DG tijdens bedrijf niet
en
beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet
worden:
–
Schakelvermogen in acht nemen, zie pagi-
na 3 (Technische gegevens).
▷ Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld
bij 24 V, 8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht
wordt de inzet van een RC-element (22 Ω, 1 μF)
aanbevolen.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2
5
M16 x 1,5:
ø 4,5–10 mm
NL-2
Aansluiten
Afsluiten
1
2
2
1
4
4
1
–
3
4
6
7
Vrijlaten
of 4
of 4
1 of 2
1 of 2
–