INSTELLEN VAN DE SENSORMODUS
De thermostaat kan op verschillende manieren de temperatuur reguleren.
1.
Via de vloertemperatuur/vloersensor
2.
Via de ruimtetemperatuur
3.
Doormiddel van een combinatie van bovenstaande
Door de jumpers op de juiste manier te plaatsen, bepaalt u op welke wijze
de thermostaat de sensoren gebruikt.
DUAL SENSOR MODUS (FABRIEKSINSTELLING)
RUIMTE SENSOR MODUS
VLOERSENSOR MODUS
TEMPERATUURMODUS (PI/HT)
PI modus: De thermostaat staat toe dat de temperatuur iets fluctueert, de thermostaat zal minder vaak aan en
uit schakelen, terwijl de temperatuur aangenaam blijft.
HT modus: de thermostaat reguleert op basis van een constante temperatuur -0.5 C - +0.5 C. Hierdoor kan
het zijn dat de thermostaat vaker aan en uit schakelt.
In deze instelling wordt de temperatuur gereguleerd op basis van
de ruimte temperatuur, de vloersensor limiteert de
vloertemperatuur. Wanneer de maximale vloertemperatuur
wordt bereikt stopt de output.
In deze instelling wordt de temperatuur gereguleerd op basis
van de ruimte temperatuur. Wanneer de ingestelde
ruimtetemperatuur is bereikt stopt de output.
In deze instelling wordt de temperatuur gereguleerd op basis van
de vloertemperatuur. Wanneer de ingestelde vloertemperatuur is
bereikt stopt de output.
{EROS} {10060}
3