6.3
Veiligheidsvoorzieningen
▪
De aflaatklep kan de druk verlagen wanneer deze een vooraf ingestelde waarde overstijgt.
▪
De trekkervergrendeling op het pistool (12): de trekker (11) van het pistool bevat een
vergrendeling (12). Wanneer de knop ingeschakeld staat, kan de trekker (11) van het
pistool niet geactiveerd worden.
6.4
Thermische sensor
▪
Een thermische sensor beschermt de motor tegen overbelasting. Het toestel zal na een
aantal minuten herstarten wanneer de thermische sensor is afgekoeld.
7 MONTAGE
Dit deel legt in detail uit hoe u uw hogedrukreiniger klaar maakt voor gebruik.
7.1
Montage van de voet en wielen (Fig. 1)
1.
Monteer de voet onder het toestel. Zet de voet met de vier schroeven vast
2.
Klik de wielen op het toestel
7.2
Montage van de pistoolhaak (Fig. 2)
▪
Schuif de pistoolhaak op de houder.
▪
Zet hem vast met de snelkoppeling op de machinebehuizing. Alle accessoires kunnen op
de machine bewaard worden.
7.3
Montage van de terrasreiniger (Fig. 3)
1.
Plaats de behuizing op de verlenglans
2.
Maak de verlenglans aan de behuizing vast m.b.v. de twee schroeven
3.
Plaats de roterende arm op de verlenglans
4.
Breng de U-vormige pen aan om de roterende arm vast te zetten. NOTA: zorg ervoor dat
de roterende arm met behulp van de U-vormige pen correct op de verlenglans
gemonteerd zit
7.4
Aansluiten van de tuinslang (Fig. 4)
1.
Schroef de waterinlaatkoppeling stevig vast op de waterinlaat. Nota: het inlaatfilter (A)
moet altijd in de waterinlaatpijp gemonteerd zitten om zand, kalksteen en andere
onzuiverheden te filteren omdat deze de kleppen van de pomp kunnen beschadigen.
Opgelet: het niet monteren van het filter vernietigt de garantie.
2.
Sluit de tuinslang aan met een standaard snelkoppeling
7.5
Aansluiten van de hogedrukslang (Fig. 5)
1.
Sluit de hogedrukslang aan op het pistool en het toestel.
2.
Maak de hogedrukslang los door op de pal (A) of de knop (B) te drukken
7.6
Aanbrengen van de lans en spuitmond (Fig. 6)
1.
Duw de lans in het pistool
2.
Draai ze hierna vast. Opgelet: zorg ervoor dat de lans correct aan het pistool is
vastgemaakt .
3.
Breng de spuitmond aan. Opgelet: wanneer u de spuitmond aanbrengt, moet de knop (A)
op de spuitmond terug naar buiten komen. Controleer of de spuitmond goed gemonteerd
zit, vóór u de trekker bedient.
7.7
Gebruik van het ingebouwde detergentflesje
1.
Schroef het deksel van het ingebouwde detergentflesje los.
2.
Giet detergent in het detergentflesje.
3.
Vervang de spuitmond op het spuitpistool door de zeepspuitmond.
4.
Spuit met detergent.
Copyright © 2020 VARO
POWXG9037
P a g i n a
www.varo.com
| 8
NL