Giet het geprepareerde spuitmateriaal in het reservoir en schroef het reservoir stevig op
het spuitpistool.
De luchtslang aansluiten: stop de luchtslangkoppeling stevig in de aansluiting op de
machine en het spuitpistool (Fig. 4).
Zet de instellingen voor het spuiten op het spuitpistool goed.
U kunt met dit spuitpistool kiezen uit drie verschillende spuitpatronen, afhankelijk van de
toepassing en het doelvoorwerp.
Het spuitpatroon selecteren:
Fig. 5A = horizontale, platte straal
Fig. 5B = ronde straal
Fig. 5C = verticale, dikke straal
De spuitpatroonindicator vindt u op het voorste gedeelte van het spuitpistool (Fig. 5D, A). De
kop van de pijl wijst naar de nok op de spuitmond (Fig. 5D, B).
Duw op de AAN/UIT-knop van de machine en begin te verven (Fig. 6).
8.1
Het spuitmateriaaldebiet instellen (Fig. 6)
Stel het materiaaldebiet in door aan de regelaar op de trekker van het spuitpistool te draaien.
-
draai naar onder
+
draai naar boven
Opmerking: het is aan te raden om het spuitpistool te testen op een stuk
karton of gelijkaardig oppervlak om de correcte instellingen te bepalen.
Belangrijk: begin buiten het werkstuk te spuiten en vermijd onderbrekingen
wanneer u op het werkstuk werkt.
8.2
Spuittechniek
Het spuitresultaat hangt sterk af van de gladheid en de properheid van het te spuiten
oppervlak. Daarom moet dit oppervlak grondig voorbereid worden en stofvrij gehouden
worden.
Dek alle oppervlakken af die niet mogen gespoten worden.
Dek schroefdraad e.d. van het doelvoorwerp af.
Correct (Fig. 7a): zorg ervoor dat u het spuitpistool op een stabiele afstand van ong. 10 –
30 cm van het doelvoorwerp houdt.
Fout (Fig. 7b): zware ophoping van spuitmateriaal, ongelijkmatige oppervlaktekwaliteit.
Een gelijkmatige beweging van het spuitpistool leidt tot een gelijkmatige
oppervlaktekwaliteit.
Wanneer er zich verf ophoopt aan de spuitmond (A) en de luchtkap (B) (Fig. 8), reinig dan
beide onderdelen met oplosmiddel of water.
9
STOPPEN MET WERKEN EN REINIGEN
Schakel de machine uit. Activeer de trekker zodat het spuitmateriaal terug in het reservoir
vloeit.
Schroef het reservoir los. Giet alle overblijvende coatingmateriaal terug in het origineel
verfblik.
Reinig het reservoir en het aanzuigbuisje voor met een borstel.
Giet oplosmiddel of water in het reservoir. Schroef het reservoir terug op het pistool.
Gebruik alleen oplosmiddelen met een vlampunt van boven de 21 °C.
Monteer het pistool opnieuw.
Stop de stekker in het stopcontact, schakel het toestel in en spuit het oplosmiddel of water
in een reservoir of een vod.
Copyright © 2016 VARO
POWX358
kleiner materiaaldebiet.
groter materiaaldebiet.
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com