Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing zandfilterinstallatie zonder voorfilter
3. REGELMATIG SPOELEN
Voer eenmaal per week een filterreiniging
(spoeling) uit.
Om het tijdstip van de filterreiniging –SPÜLEN–
exact te kunnen bepalen, adviseren wij gebruik
te maken van een drukmanometer. De druk bij
installatie met manometer kan op de manometer
worden afgelezen. Wanneer de druk met 0,3 bar
toeneemt (max. 0,6 bar), dan moet een spoeling
volgen. Geadviseerd wordt, wekelijks te spoelen ook
wanneer deze waarde niet wordt bereikt. Zo blijft het
filterzand los en gaat niet verkleven. Voor onze fil-
terinstallaties kunt u de drukmanometer afzonderlijk
bijkopen (artikelnr. 2600020). Neem hiervoor indien
nodig contact op met uw dealer.
Opgelet: na het spoelen het
verlaagde waterpeil aanvullen met
schoon water!
3.1 SPOELEN
Het 6-weg ventiel op "SPÜLEN" zetten.
De filterinstallatie inschakelen. Wanneer schoon
water wordt getransporteerd, dan is het spoelen
beëindigd, hetgeen in het uiterste geval circa 3
minuten moet duren.
Het 6-wegventiel op "FILTERN" of "NACHSPÜLEN"
zetten (eerst voedingsspanning uitschakelen)
3.2 NASPOELEN
Het 6-weg ventiel biedt de extra mogelijkheid, delen
van het restvuil na het terugspoelen niet naar het
bassin, maar naar de riolering af te voeren.
Voor deze procedure moet het 6-weg ventiel op
"NACHSPÜLEN" worden gezet. Filterinstallatie
maximaal 30 seconden inschakelen, daarna het
6-weg ventiel weer op "FILTERN" zetten.
4. ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
4.1 ONDERHOUD VAN HET FILTERRES-
ERVOIR
Bij onderhoudswerkzaamheden moeten de afslu-
iters worden gesloten en na beëindiging daarvan
weer worden geopend.
Eenmaal per jaar moet het vulniveau en de kwaliteit
van het kwartszand worden gecontroleerd. Het zand
moet losjes door de vingers stromen! Bij kluitvorm-
ing moet het kwartszand volledig worden vervan-
gen. Zie paragraaf "Vullen 2.2".
4.2 ONDERHOUD VAN DE CIRCULATIE-
POMP
Pomp uitschakelen, 6-weg ventiel op
–GESCHLOSSEN- zetten. Let op punt 1.1.2! In
de winter geheel leegmaken en vorstvrij opslaan.
Bovendien af en toe de motoras draaien, teneinde
vastzitten door kalkafzettingen te voorkomen.
4.2.1 LAGERS
De beide motorlagers zijn zelfsmerend en
hebben geen onderhoud nodig.
4.2.2 ASAFDICHTING
De as is van een glijringafdichting voorzien,
die na langere bedrijfstijd lek kan raken. In dat
geval adviseren wij een nieuwe pomp aan te
schaffen.
4.2.3 MOTOR
Geen bijzonder onderhoud nodig.
4.2.5 ONDERHOUD VAN HET 6-WEG VENTIEL
Dit ventiel is onderhoudsvrij, maar het is wel
belangrijk, dat voor het omschakelen altijd
eerst de pomp wordt uitgeschakeld.
17