Beeldinstellingen
U kunt de onderstaande beeldinstellingen
bekijken en veranderen.
Ingang
Afbeeldingsmodus
Beeld
Kleurtemperatuur
Geluid
Helderheid
Projector
Contrast
Systeem
Verzadiging
•
Afbeeldingsmodus: U kunt de projector
instellen om de volgende beeldmodi te
gebruiken, afhankelijk van uw kijkomgeving
en persoonlijke voorkeur. Na een
beeldmodus te hebben geselecteerd, kunt
u de instellingen ervan aanpassen.
•
Standaard: Het beeld weergeven met
normale niveaus voor helderheid,
contrast, verzadiging, kleurtint en
scherpte.
•
Levendig: Het beeld verscherpen door
het contrast, de verzadiging en de
scherpte te verhogen.
•
Film: De instellingen optimaliseren voor
films.
•
Gebruiker: Uw eigen instellingen
bepalen.
•
Kleurtemperatuur: U kunt de projector
instellen om de volgende soorten
kleurtemperaturen te gebruiken. Na
een type kleurtemperatuur te hebben
geselecteerd, kunt u de instellingen ervan
aanpassen.
•
Koel: Het beeld meer blauwachtig
maken.
•
Standaard: Een middelmatige
kleurtemperatuur gebruiken.
•
Warm: Het beeld meer roodachtig
maken.
•
Gebruiker: Uw eigen instellingen
bepalen.
•
Helderheid: De totale helderheid van het
scherm aanpassen.
•
Contrast: Het contrast aanpassen van de
helderde en donkere delen van het beeld.
•
Verzadiging: De intensiteit aanpassen van
de kleuren.
•
Kleurtint: De tint aanpassen van de kleuren.
•
Scherpte: De scherpte aanpassen van het
beeld.
•
Rood-versterking: De versterking van rode
kleuren aanpassen.
Projectorinstellingen veranderen
•
Groen-versterking: De versterking van
groene kleuren aanpassen.
•
Blauw-versterking: De versterking van
blauwe kleuren aanpassen.
•
Ruisonderdrukking: Schakel de
ruisonderdrukking uit of stel het niveau
ervan in op Laag, Midden of Hoog.
•
Reset naar standaard waarden:
Selecteer Ja om alle bovengenoemde
beeldinstellingen te resetten.
Geluidsinstellingen
U kunt de onderstaande geluidsinstellingen
bekijken en veranderen.
Ingang
Geluidsmodus
Outvoer
Beeld
Geluid
Volume
Lage tonen
Projector
Systeem
Hoge tonen
•
Geluidsmodus: U kunt de projector instellen
om de volgende geluidsmodi te gebruiken,
afhankelijk van uw omgeving, audiotype of
persoonlijke voorkeur.
•
Film: De hoge en lage tonen
optimaliseren voor films.
•
Muziek: De hoge en lage tonen
optimaliseren voor muziek.
•
Gebruiker: Stel de niveaus voor de hoge
en lage tonen zelf in.
•
Uitgang: Het audio-uitgangstype van de
projector selecteren.
•
Interne luidspreker: De interne
luidspreker van de projector gebruiken
als audio-uitgang.
•
ARC: Een HDMI™ ARC-compatibel
apparaat gebruiken als audio-uitgang.
Voor meer informatie over hoe u
verbinding maakt met een dergelijk
apparaat, zie Verbinden met een
apparaat via HDMI™ ARC, pagina
11.
•
Volume: Het volume van de projector
aanpassen.
•
Lage tonen: Stel het niveau voor lage tonen
in. Deze menu-optie is alleen beschikbaar
wanneer de geluidsmodus is ingesteld op
Gebruiker.
•
Hoge tonen: Stel het niveau voor hoge
tonen in. Deze menu-optie is alleen
beschikbaar wanneer de geluidsmodus is
ingesteld op Gebruiker.
13