Instellingen
Netwerkmelding instellen
Het apparaat kan actieve Wi-Fi-netwerken detecteren en een pictogram weergeven op de statusbalk
om aan te geven wanneer een netwerk beschikbaar is.
Tik op → Geavanceerd en tik op Netwerkmelding om deze functie in te schakelen.
Wi-Fi Direct
De functie Wi-Fi Direct verbindt apparaten rechtstreeks via een Wi-Fi-netwerk zonder een
toegangspunt.
Tik op Wi-Fi Direct.
Bluetooth
De Bluetooth-functie inschakelen om over korte afstanden informatie uit te wisselen.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Bluetooth en tik op de schakelaar Bluetooth om
deze in te schakelen.
Als u meer opties wilt gebruiken, tikt u op .
• T ime-out zichtbaarheid: instellen hoe lang het apparaat zichtbaar is.
• O ntvangen bestanden: ontvangen bestanden weergeven via Bluetooth.
• N aam apparaat wijzigen: de naam van het apparaat wijzigen.
• H elp: helpinformatie voor Bluetooth weergeven.
Tethering en Mobiele hotspot
Gebruik het apparaat als mobiele hotspot om de mobiele gegevensverbinding van uw apparaat met
andere apparaten te delen. Raadpleeg
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Tethering en Mobiele hotspot.
• M obiele hotspot: gebruik de mobiele hotspot om de mobiele gegevensverbinding van het
apparaat te selecteren met computers of andere apparaten via het Wi-Fi-netwerk. U kunt deze
functie gebruiken wanneer de netwerkverbinding niet beschikbaar is.
• U SB-tethering: gebruik USB-tethering om de mobiele gegevensverbinding van het apparaat
te delen met een computer via USB. Wanneer het apparaat vervolgens op een computer is
aangesloten, wordt het als draadloos modem voor de computer gebruikt.
• B luetooth-tethering: gebruik Bluetooth-tethering om de mobiele gegevensverbinding van het
apparaat te delen met computers of andere apparaten via Bluetooth.
Tethering en mobiele hotspot
170
voor meer informatie.