2.6
RS 485 pinout LAN
2.7
LED Status
De LED op de SMART METER informeert de gebruiker over de interne status.
LED kleur
Uit
3
In bedrijf stellen
Voordat u de SMART METER gaat gebruiken, moeten alle voor uw land geldende
veiligheidsmaatregelen en de algemene veiligheidsregels worden getroffen. Werk nooit aan een
systeem terwijl de netspanning is aangesloten.
Er zijn slechts enkele instellingen nodig om de SMART METER op te starten.
Het belangrijkste zijn de instellingen van de stroomtransformator.
3.1
Eerste inbedrijfstelling
Raadpleeg de volgende instructies wanneer u de SMART METER voor het eerst inschakelt.
Start de SMART METER door spanning toe te passen op L1 en N als u een enkelfasig systeem
heeft of op L1, L2 en L3 met N als u een driefasig systeem heeft. Als de SMART METER goed
werkt, knippert de LED groen.
Als u een LAN-verbinding gebruikt, zorg er dan voor dat uw computer zich op hetzelfde
netwerk bevindt en een IP-adres in hetzelfde bereik heeft. Als u de DHCP-server gebruikt,
moet u het IP-adres van de SMART METER weten.
Maak verbinding met de geïntegreerde webserver door het IP-adres in een webbrowser in te
voeren.
Selecteer in het menu Settings om de CT-ratio in te stellen. De omzetterverhouding is
gedefinieerd als 1: waarde. Heeft u bijvoorbeeld een stroomtransformator 5:200, dan is de
CT waarde 40. Voor elgris 100 A sensors kiest u 100 A en voor 400 A kiest u 400 A.
Betekenis
Geen spanning of interne fout
Interne fout
Normaal bedrijf
Fase fout U / I of productie
Pin
Functie
1
Niet gebruikt
2
RS-232 TX
3
RS-232 RX
4
RS-485 B (D-)
5
RS-485 A (D+)
6
GND
7
RS-485 B (D-) Port 2 *
8
RS-485 A (D+) Port2 *
* Op aanvraag
Contact met support opnemen
Contact met support opnemen
Aansluitingen nakijken
Oplossing