3 Aan de slag
Let op
•
Vergeet niet de veiligheidsinstructies te lezen
in het gedeelte "Belangrijk" voordat u de
handset aansluit en installeert.
De oplader aansluiten
1
Sluit de uitgangsstekker van de adapter
aan op de onderzijde van de lader.
2
Sluit de adapter aan op een
standaardstopcontact.
De handset installeren
Let op
•
Ontploffingsgevaar! Houd batterijen uit
de buurt van hitte, zonlicht of vuur. Werp
batterijen nooit in het vuur.
•
Gebruik uitsluitend de meegeleverde
batterijen.
•
Risico van verminderde levensduur! Gebruik
nooit verschillende merken of soorten
batterijen door elkaar.
Opmerking
•
Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste
gebruik 24 uur lang op.
NL
10
Waarschuwing
•
Controleer de polariteit van de batterijen
wanneer u deze in het batterijcompartiment
plaatst. Onjuiste plaatsing kan het product
beschadigen.
a De batterijen zijn vooraf in de handset
geïnstalleerd. Trek de batterijtape van
de batterijklep voordat u gaat opladen.
b Plaats de handset op het laadstation om
de handset op te laden.
Opmerking
•
Het is normaal dat de handset warm wordt
tijdens het opladen van de batterijen.
R
Het batterijniveau controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
De batterij is vol en u hebt
maximaal 14 uur beltijd.
De batterij is leeg. Laad de
batterij op.