HTG410H
Specifieke bedradingsregels voor Modbus en RS485
5. Specifieke bedradingsregels voor Modbus en RS485
Modbus-protocol:
De Modbus over Serial Line Specification and Implementation Guide,
gepubliceerd op www.modbus.org, bepaalt de kenmerken van het
Modbus-protocol over seriële communicatie.
Modbus is een serieel communicatieprotocol dat oorspronkelijk door
Modicon werd gepubliceerd in 1979 voor gebruik met zijn program-
meerbare logische controllers (PLC's). Het is eenvoudig en robuust
en sindsdien een de facto standaard communicatieprotocol geworden.
De ontwikkeling en update van Modbus-protocollen wordt beheerd
door de Modbus Organization, een vereniging van gebruikers en
leveranciers van Modbus-compatibele apparaten. Het Modbus seriële
lijnprotocol is een Master-Slaves- protocol. Slechts één master wordt
tegelijk aangesloten op de bus, en één of meerdere (247 maximum)
slaves worden aangesloten op dezelfde seriële bus.
Een mededeling wordt altijd geïnitieerd door de master. De slave zal
nooit gegevens overbrengen zonder een verzoek van de master te
hebben ontvangen. De slaves communiceren nooit met elkaar. De
master initieert slechts één transactie tegelijk.
De master start een verzoek aan de slave op twee manieren:
- In unicast-modus, adresseert de master een individuele slave.
Na het ontvangen en verwerken van de aanvraag, stuurt de slave
een bericht terug aan de master. In deze modus bestaat een
transactie uit 2 berichten: een verzoek van de master en een
antwoord van de slave. Elke slave moet een uniek adres hebben
(van 1 tot 247), zodat deze onafhankelijk van andere slaves kan
worden geadresseerd.
- In zendmodus kan de master een bericht naar alle slaves versturen.
Er wordt geen respons teruggestuurd op zendverzoeken die door
de master worden verstuurd. De zendverzoeken zijn noodzakelijk
schrijfcommando's. Alle apparaten moeten de zending aanvaarden
voor de schrijffunctie. Adres 0 is gereserveerd om een zendings-
uitwisseling te identificeren.
8
Technische wijzigingen voorbehouden