6
Inbedrijfstelling
6.1
Checklist vooraleer proef te
draaien
Laat het systeem NIET werken vooraleer de volgende controles OK
zijn:
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De gasboiler is juist gemonteerd.
De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen
werden gelegd conform dit document en de geldende
wetgeving:
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de tank voor warm tapwater
(indien van toepassing)
▪ Tussen de gasboiler en het lokaal voedingsbord
(alleen van toepassing in geval van hybridsysteem)
De communicatiekabel tussen de gasboiler en de
binnenunit is juist gemonteerd.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De
zekeringen
veiligheidsapparaten voldoen aan dit document en
werden niet overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.
Er zijn GEEN waterlekkages in de gasboiler.
Er zijn GEEN waterlekkages in de verbinding tussen de
gasboiler en de binnenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en
staan volledig open (ter plaatse te voorzien).
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
Het ontluchtingsventiel staat open (minstens 2 draaien).
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend
wordt.
De gasboiler is AANgezet.
EHYHBH05AAV3 + EHYHBH/X08AAV3
Daikin Altherma hybrid warmtepomp – warmtepompmodule
4P3495871D – 2014.02
of
de
lokaal
geplaatste
Instelling . is juist ingesteld op de gasboiler.
▪ 0=voor EHYHBH05 + EHYHBH08
▪ 1=voor EHYHBX08
OPMERKING
Laat de unit NOOIT werken zonder de thermistoren,
anders kan de compressor verbranden.
6.2
Ontluchten
Voorwaarde: Zorg ervoor dat op de gebruikersinterface de
homeschermen
weergeeft
ruimteverwarming en warm tapwater uitgeschakeld zijn.
1 Ga naar [A.7.3]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Ontluchting.
2 Geef het type, de snelheid en het circuit in.
3 Selecteer Ontluchting starten en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het ontluchten begint. Het stopt automatisch wanneer
voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk op
druk op
.
6.3
Proefdraaien
Voorwaarde: Zorg ervoor dat op de gebruikersinterface de
homeschermen
weergeeft
ruimteverwarming en warm tapwater uitgeschakeld zijn.
1 Ga naar [A.7.1]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf.
2 Selecteer een test en druk op
3 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt automatisch
wanneer voltooid (±30 min.). Om het handmatig te stoppen, druk op
, selecteer OK en druk op
INFORMATIE
Indien er twee gebruikersinterfaces zijn, kunt u
proefdraaien vanaf beide gebruikersinterfaces.
▪ Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef te
draaien, verschijnt een statusscherm.
▪ Op de andere gebruikersinterface verschijnt een scherm
"in gebruik". U kunt het proefdraaien niet stoppen zolang
het scherm "in gebruik" wordt weergegeven.
6.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarde: Zorg ervoor dat op de gebruikersinterface de
homeschermen
weergeeft
ruimteverwarming en warm tapwater uitgeschakeld zijn.
1 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regeling
van de temperatuur uittredend water en de regeling van het
warm tapwater via de gebruikersinterface uitgeschakeld
werden.
2 Ga naar [A.7.4]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf stelmotoren.
3 Selecteer een stelmotor en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stopt
automatisch wanneer het is voltooid. Om het handmatig te stoppen,
druk op
, selecteer OK en druk op
6 Inbedrijfstelling
en
dat
de
verzoeken
.
.
, selecteer OK en
en
dat
de
verzoeken
. Voorbeeld: Verwarming.
.
.
en
dat
de
verzoeken
. Voorbeeld: Pomptest.
.
.
Installatiehandleiding
voor
voor
voor
21