DR5033 DIGIBOOST
4.0 Aansluitvoorbeelden
De hier getoonde aansluitvoorbeelden vormen slechts een klein deel van de mogelijkheden om de DR5033 aan te sluiten op verschillende bedieningspane-
len. Houd er rekening mee dat er natuurlijk nog meer mogelijkheden en speciale gevallen zijn die hier niet kunnen worden getoond!
4.1 Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van de DR5033.
•
De configuratie gebeurt via LocoNet®.
•
De DR5033 kan worden gebruikt met bedieningspanelen die gebruikmaken van een H-brug om spoorseinen te genereren.
•
Dezelfde spanning moet worden ingesteld op de voedingseenheden van de boosters en bedieningspanelen.
•
Wanneer u de CDE-boosteraansluiting op de DR5033 gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de CDE-aansluiting op de centrale voldoet aan de specificaties van
Lenz®
•
Het gebruik van de DR5033 in combinatie met centrales (bijv. Uhlenbrock®, Piko® Smart ControllerLigth®, enz.) die volgens het "common ground"-principe
werken, is niet mogelijk op hetzelfde circuit. Dit kan leiden tot schade aan onderdelen. Zelfs een railscheiding aan beide zijden is niet voldoende! Let op aan-
sluitvoorbeeld 4.9.
•
De rails moeten altijd aan beide zijden zijn gescheiden tussen de booster en het centrale gedeelte.
•
Het maximum aantal boosters op de Roco® B-Bus® is beperkt tot vier.
•
De overgangsspanning tussen de gebieden van de booster moet altijd minder dan 0,8 volt bedragen. Dit kan eenvoudig worden gecontroleerd met een mul-
timeter (instelling van het meetbereik op wisselstroom wisselspanning). Beide railscheidingen moeten altijd worden gecontroleerd. Als de waarde van 0,8
Volt wordt overschreden, moet de ingangsspanning van de booster of de spanningsinstelling van de centrale worden aangepast.
Centrale
www.digikeijs.com
® R-Bus, B-Bus are trademarks which are registered in the name of Modelleisenbahn GmbH. XpressNet and RS-Bus is a trademark registered in the name of Lenz
2021-07-06
Booster
DR50333
De weergegeven meetwaarde mag niet hoger
zijn dan 0,8 Volt!
Controleer altijd beide spoorscheidingen!
P 8